Mensen met een hogere sociaaleconomische status en opleiding hebben meer kans om kanker te overleven dan mensen met een lagere status. Dat blijkt uit een promotieonderzoek van Mieke Aarts van het Integraal Kankercentrum Zuid in Eindhoven.
Aarts trok de conclusie uit statistische gegevens van ruim 250.000 patiënten die tussen 1990 en 2008 kanker kregen. Daaruit blijkt dat hoger opgeleiden – mensen met een hbo- of wo-opleiding – de hoogste overlevingskans hebben. “Het blijkt dat er verschillen zitten in de behandeling en tumorgrootte”, verklaart Aarts het verschil. “Daarbij speelt vermoedelijk de manier waarop iemand met informatie over ziekte, gezondheid en zorg om kan gaan, ook een rol.”
Leefstijl
Uit de studie blijkt dat veel vormen van kanker het vaakst voorkomen bij mensen met een lage sociaaleconomische status. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door verschillen in leefstijl. Mensen met een lage sociaaleconomische status roken bijvoorbeeld vaker, eten vaak ongezonder en bewegen minder.
Mensen met een hogere sociaal economische status laten bijvoorbeeld vaker een test uitvoeren waarmee prostaatkanker kan worden opgespoord. Daardoor komt prostaatkanker niet alleen vaker voor bij mannen met een hoge sociaaleconomische status, maar wordt de ziekte ook in een eerder stadium gevonden. Ook blijkt onder meer dat hoger opgeleiden vaker een nieuw type behandeling krijgen en bijvoorbeeld vaker geopereerd worden. “Anderzijds hoeft dat niet altijd beter te zijn”, zei Aarts.
Bijkomende ziekten
Verder blijkt dat bij patiënten met een lage sociaaleconomische status anderhalf keer zo vaak een bijkomende ziekte hebben. Het gaat daarbij vooral om diabetes, cardiovasculaire ziekten en COPD. Deze bijkomende ziekten beïnvloeden niet alleen de diagnose, maar ook de uitkomsten van behandeling en de overlevingskans. Overigens blijkt dat de overlevingskans van lager opgeleiden niet alleen bij kanker lager is, maar ook bij andere ziekten zoals hartkwalen. (ANP/Skipr)