Het chronische vermoeidheidssyndroom ME wordt ten onrechte aangemerkt als een lichamelijk onverklaarde aandoening. De gangbare behandeling combinatie van gedragstherapie in combinatie inspanningstherapie is om die reden inefficiënt en potentieel zelfs schadelijk.
Dat betogen Frank Twisk, Rob Arnoldus en Michael Maes in een artikel in het Tijdschrift voor Psychotherapie. Symptomen van ME/CVS, zoals uitputting, pijn, cognitieve problemen en een verergering van klachten na een kleine inspanning, zijn volgens de drie biologisch te verklaren op basis van diverse, samenhangende lichamelijke afwijkingen. Het betreft hier met name immunologische afwijkingen zoals intracellulaire inflammatie, oxidatieve en nitrosatieve stress, een “lekke darm”, en de gevolgen daarvan, zoals stofwisselingsproblemen en verminderde doorbloeding van hersenen.
Negatief effect
De nu vaak toegepaste combinatie van gedragstherapie en inspanningstherapie geeft zich hier geen rekenschap van en is volgens de auteurs om die reden niet effectief. Combinatietherapie blijkt nauwelijks effectiever dan standaardmedische zorg en levert vaak alleen in subjectieve termen (gevoelsmatig) enige verbetering op. Die is bij lange na niet voldoende is om te spreken van herstel. Sterker nog, bij een grote groep heeft combinatietherapie zelfs een negatief effect op de klachten.
Medische aanpak
De auteurs dringen aan op een drastische koerswijziging, van de huidige psychologisch georiënteerde benadering naar een medische aanpak. Die zou zich ondermeer moeten richten op een objectieve en snelle diagnose op basis van klinische criteria en het objectiveren van klachten met behulp van fietstesten en neuro-psychologisch onderzoek.