Astmapatiënten die veel contacten vanwege astma met de huisartsenpraktijk hebben, blijken minder vaak met astma samenhangende zorg bij de medisch specialist te gebruiken. Meer aandacht voor astma in de huisartsenpraktijk lijkt zich uit te betalen in minder specialistische zorg.
Meer patiënten kunnen mogelijk volstaan met zorg in de huisartsenpraktijk, zo blijkt uit een publicatie van het onderzoeksinstituut Nivel in Huisarts & Wetenschap.
De eerstelijnszorg van onder meer huisartsen, fysiotherapeuten en apothekers mag van de overheid iets meer gaan kosten als patiënten daardoor minder vaak tweedelijnszorg van specialisten gaan gebruiken. Zorgverleners en patiënten denken dat dit vooral mogelijk is voor chronische ziekten, nazorg voor patiënten met kanker, en bij niet-complexe ingrepen.
Chronisch zieken
Het NIVEL heeft onderzocht of het zorggebruik van chronisch zieken in de tweede en eerste lijn tussen huisartsenpraktijken varieert. Hiervoor werden de gegevens van ruim 7500 astmapatiënten uit vijftig huisartsenpraktijken van NIVEL Zorgregistraties gekoppeld aan gegevens van zorgverzekeraars over declaraties van diagnose-behandelcombinaties van ziekenhuizen.
Astmapatiënten uit de ene huisartsenpraktijk komen meer vanwege hun astma bij de huisarts en minder bij de medisch specialist dan patiënten uit de andere praktijk. NIVEL-programmaleider Joke Korevaar: “Dat betekent dat als andere praktijken mogelijk ook meer zorg voor astma bieden, die patiënten minder zorg voor astma in het ziekenhuis nodig hebben.” De volgende stap is uitzoeken welke factoren belemmeren dat het nu nog niet gebeurt.