Het inkomen van huisartsen is de laatste jaren enorm gestegen. Toch doen ze alsof ze in het verdomhoekje zitten. Dat zegt hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot van de Universiteit Maastricht.
“Huisartsen zijn helemaal niet zielig”, aldus Groot. “Je hoeft er geen medelijden mee te hebben.” De huisartsen voeren donderdag actie tegen bezuinigingsplannen van het kabinet. De inkomens van huisartsen hangen af van de manier waarop ze hun werk uitoefenen. Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) verdient een huisarts in loondienst per jaar bruto 70 duizend euro. Het norminkomen van een huisarts met praktijk ligt volgens de LHV iets boven een ton per jaar.
Ranglijst
Wim Groot schat dat daar nog de helft bij opgeteld kan worden. De Nederlandse huisartsen verdienen in vergelijking met collega’s in andere Europese landen volgens hem heel goed. “Britse collega’s staan sinds kort bovenaan in de ranglijst van salarissen”, aldus Groot. “Maar Nederlandse dokters zitten daar vlak onder, net als de Duitsers.”
Extra geld
Wim Groot stelt dat de huisartsen heel goed zijn in het gebruiken van regels ’ten eigen voordeel’. “Er is sinds een aantal jaar de mogelijkheid om bijvoorbeeld een uitgebreid consult te hebben met een patiënt”, stelt Groot. “De dokter krijgt daar extra geld voor. Meteen zie je het aantal uitgebreide consulten zeer stijgen.”
Controle
In het nieuwe zorgstelsel hebben zorgverzekeraars in principe de taak de uitgaven van de huisartsen onder controle te houden. Groot stelt dat die rol tot nu toe nauwelijks uit de verf komt omdat de huisartsen de verzekeraars de kans niet geven. “De huisartsen hebben immers een bepaalde machtspositie”, vindt Groot.
Redelijk
Hij vindt dat de huisartsen zich ‘redelijker’ moeten opstellen. “Als de minister bezuinigingen oplegt, roepen de huisartsen meteen dat ze dus niet meer kunnen investeren in huisartsenposten. Dat kan ook anders. Medisch specialisten zijn ook aangepakt in hun inkomens. Die hebben ook geklaagd. Maar ze zijn niet zo militant geweest dat ze meteen aankondigden bepaalde zorg niet meer te leveren.” (ANP)