優太丸 木戸 stock.adobe.com
Het document biedt aanknopingspunten om de ambitie van zowel minister Daniëlle Jansen als het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA) waar te maken: maximaal 20 procent van de werktijd besteden aan zogeheten zinvolle administratie. “Hieronder wordt alle administratietijd verstaan die een hulpverlener nodig heeft: zowel voor het zorgproces als voor de ondersteunende processen”, licht de regiegroep toe in een begeleidende brief.
Wel zinvol, niet handig
Zorgprofessionals geven in de veldbevraging aan dat sommige administratie in hun ogen overbodig is. Daarnaast wijzen ze op voorbeelden van administratieve taken die weliswaar zinvol zijn, maar waarvan uitvoering onhandig en tijdrovend is. De oorzaak daarvan ligt deels in de gebrekkige samenwerking tussen digitale systemen. “Systemen praten niet met elkaar (vooral een groot probleem bij ziekenhuisapotheken), waardoor gegevens handmatig moeten worden ingevoerd”, aldus het rapport van Berenschot over het bestellen van medicatie.
59 procent tijdswinst
De velduitvraag staat vol voorbeelden van administratie die volgens verschillende zorgprofessionals op zich zinvol is, maar anders zou moeten worden ingericht. Vooral in de wijkverpleging (18 taken) en huisartsenzorg (15 taken) speelt dit. Respondenten uit die sectoren verwachten in deze categorie de meeste tijdswinst te kunnen boeken. Volgens huisartsen kan de tijdwinst oplopen tot 59 procent. Werknemers in de ggz schatten de potentiële besparing in tijd het laagst in met 13 procent.
Implementatie is kopzorg
“De administratie kan vaak anders en efficiënter”, erkent minister Jansen in een Kamerbrief over de velduitvraag. “Bijvoorbeeld door de digitale gegevensuitwisseling te verbeteren, ict-systemen beter op elkaar te laten aansluiten en spraakgestuurd rapporteren te introduceren.” Hoe dat moet worden geïntroduceerd, schrijft de minister er niet bij. Niet alle zorgorganisaties hebben de expertise en armslag om dat op eigen kracht te doen. Uit het rapport: “Hier staan huisartsen zelf voor aan de lat, maar door drukte overzien ze dit niet altijd en is een nieuwe innovatie vooral een kopzorg.”
Onduidelijke afspraken
Bovendien ontbreken heldere afspraken over wie wat doet in de keten vaak. Ook hierover trekken huisartsen aan de bel: “Als eerste aanspreekpunt zijn huisartsen de spin in het web (maar er is geen web)”. Wijkverpleegkundigen lopen tegen hetzelfde aan, bijvoorbeeld als ze informatie uit het ziekenhuis moet ophalen. Zulke taken zijn niet alleen tijdrovend, ze zorgen ook voor frustratie en verwarring. Ook is informatie vaak niet compleet en is er vaak sprake van dubbelingen, de zogeheten herhaalde informatie-uitvraag.
Ideaalbeeld
De bevraagde zorgverleners schetsen een toekomstbeeld waarin administratieve processen grotendeels geautomatiseerd zijn en systemen naadloos samenwerken. In die ideale situatie verschijnen patiëntgegevens automatisch bij aanvang van een consult, worden verwijzingen via AI voorbereid en verlopen bestellingen via slimme koppelingen.
Concrete maatregelen
De uitkomsten van de veldbevraging worden volgens de onderzoekers breed herkend door branchepartijen. Wel merken deze partijen op dat zorgverleners vaak milder oordelen dan zijzelf. “Brancheorganisaties zijn doorgaans kritischer; zij zouden veel taken eerder als niet-zinvol bestempelen en pleiten voor stevigere maatregelen.”
De Regiegroep Aanpak Regeldruk werkt momenteel aan een actieplan met concrete maatregelen. De minister verwacht de Tweede Kamer daar in het najaar van 2025 over te informeren.

