In de periode oktober 2007 – februari 2008 onderzocht de IGZ de mate waarin en de wijze waarop instellingen vrijheidsbeperkende maatregelen toepassen binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en de ouderenzorg. De IGZ bezocht hiervoor onaangekondigd en aangekondigd 86 instellingen. In het hierover uitgebrachte rapport is de belangrijkste conclusie dat vrijheidsbeperking nog te vaak voorkomt. Daarnaast constateert de IGZ dat hulpverleners hun handelen vaak niet als vrijheidsbeperkend zien. Sommige maatregelen zijn zo ingeburgerd dat medewerkers er niet bij stilstaan dat deze maatregelen de vrijheid van cliënten beperken. Dit geldt bijvoorbeeld voor het afsluiten van de deuren op afdelingen of van woningen, of het hanteren van een vast dagschema.
Handen ineen
De IGZ, de brancheorganisaties, de beroepsverenigingen en de cliëntenorganisaties uit de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg hebben vandaag op het congres ‘Zorg voor Vrijheid’ een intentieverklaring getekend om het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen fors terug te dringen. Eén van de kernpunten van dit plan is het maximaal uitbannen van het gebruik van onrustbanden.