Kinderen komen steeds vaker nodeloos in specialistische kinderchirurgische centra terecht. Hierdoor raken deze centra overbelast, terwijl de algemene ziekenhuizen de problemen vaak prima kunnen behandelen.
Onnodige verwijzingen voorkomen
Dat stelt Hugo Heij, kinderchirurg in hetKinderchirurgisch Centrum Amsterdam in hetvakblad Medisch Contact. De kinderen waar hij op doelt, hebben deze specialistische zorg vaak niet nodig. “Goede afspraken tussen ziekenhuizen en specialisten zouden aan deze onnodige verwijzingen een einde kunnen maken”, aldus Heij. Hij constateert dat in specialistische kinderziekenhuizen vooral meer kinderen komen met maagproblemen. Het aantal operaties in de centra van de zogeheten aandoening pylorushypertrofie is ruim verdubbeld. “Een zelfde trend is zowel zichtbaar voor kinderen met een liesbreuk als met acute chirurgische aandoeningen zoals een acute blindedarmontsteking en gebroken elleboog of bovenarm”, schrijft Heij.
Capaciteit is ontoereikend
De capaciteit van de kinderchirurgische centra is voor bijzondere kinderchirurgie al nauwelijks toereikend, laat staan voor verwijzingen die in de algemene ziekenhuizen kunnen worden afgehandeld, aldus Heij. “Dit geldt voor zowel acute als curatieve zorg, klinische operaties of dagbehandelingen. Het resultaat is ontevredenheid bij ouders en overbelasting bij medewerkers door de inzet om aan alle wensen te voldoen.”
Nieuwe structuur voor doorverwijzen
Een ander effect is volgens Heij dat veel algemene ziekenhuizen een groot deel van hun kinderchirurgie zijn verloren. Daardoor wordt de spoeling steeds dunner en dreigt de ervaring van onder anderen chirurgen, anesthesiologen, kinderartsen en verpleegkundigen beneden de kritische grens te raken. Zowel huisartsen als kinderartsen uit algemene ziekenhuizen verwijzen de patiënten door. De vereniging voor heelkunde, anesthesiologie en kindergeneeskunde zetten nu een structuur op zodat de chirurgische diagnostiek en behandeling van kinderen goed en veilig kan gebeuren.(ANP)