De kwaliteit van het lokale gezondheidsbeleid is in vier jaar nauwelijks verbeterd. Gemeenten maken te weinig werk van de speerpunten uit het landelijke preventiebeleid. Ook is de afstemming tussen rijk en gemeenten onvoldoende. Dat constateert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in de jaarlijkse Staat van de Gezondheidszorg.
Geen samenhang
De Staat van de Gezondheidszorg (SZG) 2010 staat geheel in het teken van het lokaal gezondheidsbeleid. De IGZ constateert ondermeer dat de samenhang tussen lokaal en centraal beleid te wensen overlaat. Gemeenten blijken niet vanzelfsprekend de vier speerpunten uit de Preventienota 2006 over te nemen in het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Deze speerpunten richten zich op overgewicht, roken, schadelijk alcoholgebruik en depressie. Ook verbinden de gemeenten zelden concrete doelstellingen aan deze speerpunten. Daarnaast is onduidelijk welke bijdrage het gemeentelijk gezondheidsbeleid kan en zou moeten leveren aan het bereiken van de nationale doelstellingen.
Kwaliteit
Door dit alles is de kwaliteit van het gemeentelijke gezondheidsbeleid volgens de inspectie in vier jaar nauwelijks verbeterd. Bovendien worden de effecten van het lokaal gezondheidsbeleid onvoldoende getoetst. Uit onderzoek van het RIVM blijkt echter dat op een enkele uitzondering na, weinig bekend is over het effect van deze interventies. De inspectie adviseert de gemeenten daarom zelf een benchmark te gaan gebruiken om de kwaliteit onderling te vergelijken. Ook wil de inspectie dat er onder regie van ZonMW meer onderzoek gedaan wordt naar de effectiviteit van de meest gebruikte interventies.
Struikelblok
Het lokaal gezondheidsbeleid schiet ook tekort als het gaat om de zorg voor personen met geringe sociale redzaamheid. Struikelblok blijkt samenwerking tussen verschillende organisaties. Regelgeving en verschillen in financiering vormen juist vaak een belemmering om tot goede samenwerking te komen. De geboden zorg aan kwetsbare groepen is zodoende te kortdurend, gefragmenteerd en te eenzijdig. Demissionair minister Klink van Volksgezondheid belooft op de kritiek van de inspectie te reageren in een nota die eind 2010 uitkomt.