Medewerkers van wijkteams weten vaak niet wat zorg kost. Als ze dat wel weten, wegen ze het niet mee bij hun keuze welke zorg in te zetten. Dat stelt adviesbureau Michel de Visser Advies (MDVA) in de factsheet Benchmark sociale wijkteams 2016.
Michel de Visser werkte voor het onderzoek samen met de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit is gemaakt. 24 wijkteams mee uit 7 gemeenten namen deel aan de studie.
Er werd gekeken naar het functioneren van het wijkteam, de ervaring van de klant, de betrokkenheid van de wijk, de kwaliteit van de hulpverlener en de financiën. Op alle vlakken wordt een ruime voldoende gescoord, behalve op de financiën. Daarop scoorden de medewerkers een 5,7, zo citeert Binnenlands Bestuur uit de publicatie. Dat was lager dan een jaar eerder, toen een 5,9 werd gescoord.
Willen niet
Volgens De Visser willen sommige medewerkers ook helemaal niet met geld bezig zijn, maar met het leveren van zorg. Naarmate wijkteams meer verantwoordelijkheden krijgen, waaronder die voor budgetten, kan dit voor problemen zorgen. Zij zijn immers niet gewend om te denken “hoe kan ik meer mensen helpen voor hetzelfde geld”, aldus De Visser.
Gemeenten zullen moeten bepalen hoe belangrijk zij het vinden dat er op geld wordt gestuurd. Die kunnen dat echter pas doen op het moment dat de bedrijfsvoering volledig is ingericht. Er moeten bijvoorbeeld rapportages zijn over de kosten en inzet van hulp en eventuele budgetverantwoordelijkheid voor wijkteams en die zijn er nu nog niet.
Pgb
Behalve in de kosten, hebben medewerkers van wijkteams ook niet altijd goed zicht op alle soorten hulp die ze kunnen inzetten. Vaak kennen zij wel het aanbod dat zij van vroeger gewend zijn, maar kennen zij niet de nieuwe werkwijze en nieuwe mogelijkheden in de wijk. Verder weten medewerkers ook niet altijd pgb’s in voldoende mate in te zetten. De procedures hier omtrent blijken zij ingewikkeld te vinden.
Toch vinden medewerkers dat zij er wel goed in slagen de zorg te bieden die cliënten nodig hebben, aldus MDVA.