Interne toezichthouders in de zorg moeten kritischer en zichtbaarder worden. Daarbij moeten ze met name meer werken maken van hun maatschappelijke rol en de daarbij horende communicatie met patiënten, cliënten en werknemers. Dat stellen governance-deskundigen in januarinummer van Skipr-magazine dat 7 december verschijnt.
Volgens hoogleraar Goos Minderman, hoogleraar Public Governance en directeur van het Zijlstra Center for Public Control and Governance van Vrije Universiteit in Amsterdam hebben veel toezichthouders een technocratische kijk op toezicht houden. “Instellingen moeten voor alles de eigen broek ophouden”, zegt Minderman in Skipr-magazine. “Dat idee van eerst de eigen tent op orde hebben, heeft ertoe geleid dat toezichthouders vooral met de cijfertjes bezig zijn geweest.”
Beschamend
Door de eenzijdige focus op de bedrijfsmatige kant van toezicht houden, zijn volgens Kim Putters van het instituut voor Beleid en Management in de Gezondheidszorg (iBMG) wezenlijke aspecten van het zorgtoezicht ondergesneeuwd geraakt. “Alle zaken die met bedrijfsvoering te maken hebben, zoals audits en renumeratie, moet de raad van toezicht gewoon op orde hebben”, aldus Putters in Skipr-magazine. “Het is beschamend als een raad van toezicht alleen daar mee bezig is. Waar het op aankomt is de vraag of toezichthouders de wereld achter de documenten weten te doorgronden. Deze tweede pijler van goed toezicht is veel lastiger te duiden en heeft vooral te maken met een niet pluis gevoel ten aanzien van onderwerpen als kwaliteit van zorg en bejegening.”
Geen kunstje
Cruciaal voor het invullen van de maatschappelijke component van horizontaal toezicht is volgens Putters communicatie met stakeholders als patiënten, cliënten en werknemers. “Net als bestuurders realiseren toezichthouders zich te weinig waar de plekken zijn waar je legitimiteit voor je handelen vindt, zoals lokale media en cliëntenvertegenwoordigers”, stelt Putters. “Omgang met de media en deelname aan het publieke debat, is geen kunstje, zoals ik weleens hoor, of iets dat er even bij gedaan moet worden. Voor bestuurders en toezichthouders zouden zulke vaardigheden tot de kernkwaliteiten moeten behoren. Dus niet de krant, TV of social media zien als iets hinderlijks, maar als essentiële instrumenten om invulling te geven aan die maatschappelijke peiler van governance.”
Onderzoek
In de praktijk blijken toezichthouders niet of nauwelijks tot uitleg bereid, zo leert onderzoek van master-student Shujah Malik in opdracht van beleidsadviesbureau Publicarea, waarover Skipr-magazine uitgebreid bericht. In de jaarverslagen doen ze slechts summier verslag van de eigen activiteiten. Voor de beantwoording van vragen verwijzen toezichthouders in de regel door naar de raden van bestuur. Door hun onzichtbaarheid is het voor de buitenwacht volstrekt onduidelijk waar deze interne toezichthouders nu precies toezicht op houden, laat staan dat duidelijk is hoe ze het eigen functioneren en dat van bestuurders beoordelen. Over de overwegingen die aan de eigen bezoldiging ten grondslag liggen, laten toezichthouders zich evenmin uit. Wat het maatschappelijk rendement is van het intern toezicht, is zodoende eveneens onduidelijk.