Stellen die aan embryoselectie doen, zouden vier of zelfs zes pogingen om zwanger te worden vergoed moeten krijgen, in plaats van de nu toegestane drie. Daarvoor pleitte de eerste hoogleraar Preïmplantatie Genetische Diagnostiek (PGD) Christine de Die vrijdag tijdens haar oratie in Maastricht.
Bij embryoselectie worden eicellen buiten de baarmoeder bevrucht. De embryo’s die daaruit ontstaan, worden onderzocht op erfelijke afwijkingen. Een embryo zonder afwijking wordt dan teruggeplaatst in de baarmoeder van de moeder, met de hoop dat daardoor een zwangerschap ontstaat. Sinds 1995 hebben ongeveer 1000 paren gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Daaruit zijn bijna 300 baby’s geboren.
Erfelijke afwijkingen
Embryoselectie kan worden toegepast wanneer de ouders een hoge kans hebben om ernstige erfelijke afwijkingen door te geven. Dat gebeurt bijvoorbeeld in families waarbij de kans op borstkanker veel hoger ligt dan normaal of wanneer de kans groot is dat een kind geboren wordt met een erfelijke levensbedreigende afwijking. Ouders die weten dat ze erfelijk belast zijn, kunnen besluiten om zich tot embryoselectie te wenden als ze een kinderwens hebben.
Vrouwen die met behulp van embryoselectie zwanger willen worden, krijgen nu drie pogingen daartoe vergoed. Als er dan geen zwangerschap is ontstaan, houdt het op. Mensen kunnen dan alsnog op de natuurlijke manier zwanger proberen te worden, maar het risico bestaat dan dat het kind alsnog ziek is.
Duurder
“De zorg achteraf voor een kind met een erfelijke ziekte, of voor een volwassene met een chronische genetische ziekte, is vele malen duurder dan de behandelingen vooraf”, zei De Die vrijdag tijdens haar oratie. Ze pleit er daarom voor dat het aantal vergoede behandelingen omhoog gaat.
Erfelijk belaste mensen met een kinderwens hebben, naast embryoselectie, ook de mogelijkheid om tijdens de zwangerschap het ongeboren kind te laten onderzoeken op erfelijke afwijkingen. Ze kunnen de zwangerschap dan laten afbreken als het kind dezelfde erfelijke ziekte heeft. (ANP)