Apothekers mogen per 1 augustus aan Menzis-patiënten niet-preferente geneesmiddelen verstrekken als de arts of huisarts ‘medische noodzaak’ (MN) op het recept zet. Hiermee vervalt de administratieve procedure die Menzis hanteert voor artsen die niet-preferente medicijnen willen voorschrijven.
Als reden om de werkwijze te versoepelen noemt Menzis dat het invullen van het MN-formulier als administratieve belasting werd ervaren. Het volstaat per 1 augustus wanneer een arts ‘medische noodzaak’ op het recept schrijft. De onderbouwing legt hij vast in het elektronisch medisch dossier. Indien gevraagd geeft hij hierover informatie aan de apotheker, aldus de nieuwe regels.
Medisch noodzakelijk
Menzis gaat ervan uit dat de arts de aantekening ‘MN’ alleen geeft wanneer het daadwerkelijk medisch noodzakelijk is dat het merkgeneesmiddel in plaats van een generiek geneesmiddel wordt voorgeschreven of anderszins afgeweken wordt van het preferentiebeleid.
“We hebben met de huisartsenkringen afgesproken dat het vermelden van MN voor ons voldoende is”, zegt woordvoerder van Menzis Michael Verheul tegen Skipr. “Daarbij gaan we uit van wederzijds vertrouwen dat ieder zijn verantwoordelijkheid invult. De kern is dan: goedkoop waar het kan en duur waar het moet. Als we afwijkingen zien in het voorschrijfgedrag, op basis van spiegelinformatie of de door Vektis ontwikkelde ‘Benchmark Voorschrijfgedrag Huisartsen’ zullen we in eerste instantie met de huisarts in gesprek gaan.” Deze afspraken gelden voor Menzis en haar dochters Anderzorg en Azivo.
Preferentiebeleid
Patiëntenfederatie NPCF is medio juni een meldactie gestart naar ervaringen van patiënten met de verstrekking van medicijnen waaronder hun ervaring met het preferentiebeleid. De patiëntenfederatie wil zo in beeld brengen waar mensen die medicijnen gebruiken met het preferentiebeleid tegenaan lopen. In een brief aan de Tweede Kamer pleitte patiëntenfederatie NPCF eerder al voor aanpassing van het preferentiebeleid. “Onnodige wisselingen, onduidelijkheden met betrekking tot het hanteren en opvolgen van het begrip ‘medische noodzaak’ leidt tot veel frustratie en last voor patiënten.”
Met het preferentiebeleid op geneesmiddelen hebben verzekeraars nu al tussen de 750 en 900 miljoen euro bespaard, blijkt uit de marktscan Extramurale Farmaceutische zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in februari 2013.