Minister Hugo de Jonge van VWS heeft onderzoek van Vektis gepresenteerd naar contractering in de wijkverpleging. Vormt die een nieuwe bouwsteen in het juridisch conflict tussen zorgverzekeraar Zilveren Kruis en de verenigde zzp’ers in de wijkverpleging?
De Jonge is glashelder over de hoge kosten van niet-gecontracteerde zorg in de wijkverpleging. Uit extra onderzoek van Vektis blijkt dat er geen significante verschillen zijn in de populaties die door een zorgverzekeraar gecontracteerde of die niet-gecontracteerde zorg krijgen. Daaruit concludeert hij dat de hogere kosten worden veroorzaakt door ‘een minder doelmatige inzet van personeel’. Dat vindt hij verontrustend, omdat het aantal zorgverleners in de wijkverpleging toch al zo schaars is.
Cliëntkenmerken
Dat is de voornaamste strekking uit de brief die De Jonge op 12 april naar de kamer stuurde. De minister liet onderzoek doen naar aanleiding van een Kamerdebat in januari over de kosten van niet-gecontracteerde wijkverpleging. Die blijken twee keer zo hoog als de kosten van gecontracteerde zorg. De vraag was toen of dat lag aan de cliëntkenmerken. Mogelijk zouden zorgverleners zonder contract vaker te maken hebben met oudere cliënten en chronisch zieken.
Onderzoeksbureau Vektis onderzocht de populaties op het voorkomen van het aantal chronische aandoeningen, op leeftijd en op duur van de zorg. Het voorkomen van chronische aandoeningen blijkt ongeveer gelijk te zijn in de gecontracteerde als in de niet-gecontracteerde zorg. En gemiddeld zijn de cliënten in de niet-gecontracteerde wijkverpleging iets jonger. De duur van de zorg ligt ongeveer gelijk. Opvallend is wel dat het percentage dat het jaar daarvoor ook al wijkverpleging kreeg in de gecontracteerde zorg hoger is. Waarschijnlijk komt dat doordat niet-gecontracteerde aanbieders vooral nieuwe cliënten aantrekken.
Maatregelen
“Het is goed dat dit nu landelijk onderzocht is. Het ondersteunt het beeld dat wij al langer herkennen en waar wij ons inkoopbeleid op baseren”, zegt Olivier Gerrits, directeur zorginkoop van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. “Wij zijn absoluut niet tegen niet-gecontracteerde zorg, maar we willen wel dat die doelmatig is. Naast de hoge kosten, zien we soms ook kwaliteitsverschil. Dan ontbreken zorgplannen, bijvoorbeeld, of zijn indicaties niet op orde. Dat is voor ons aanleiding om een aantal checks te doen en maatregelen te nemen.”
Dat die checks en maatregelen controversieel zijn, bleek in februari van dit jaar. Een aantal zzp’ers in de wijkverpleging, verenigd in Stichting Zorgrecht, spande een kort geding aan tegen Zilveren Kruis. Aanleiding waren de machtigingseis van de verzekeraar en het cessieverbod. Voor elke nieuwe cliënt en voor elke nieuwe indicatie was een machtiging nodig van de zorgverzekeraar. En uitbetalingen gingen niet meer rechtstreeks naar de zorgaanbieders. In plaats daarvan ging de rekening naar de cliënt die 75 procent vergoed krijgt. De rechter haalde een streep door beide regelingen.
Gesprek
Daarop besloot Zilveren Kruis in hoger beroep te gaan. Dat dient op 13 juni bij het gerechtshof in Arnhem. “Met dit onderzoek en de reactie van de minister hopen we sterker te staan”, aldus Olivier Gerrits. Stichting Zorgrecht wacht de ontwikkelingen nog even af. “Dit is niet het enige onderzoek over gecontracteerde zorg. Er speelt zoveel”, zegt Joyce de Bruijne, verzorgende IG, zzp’er en een van de initiatiefnemers van Stichting Zorgrecht. Zij heeft overigens haar twijfels over de waarde van het eerdere onderzoek van Arteria, dat de basis vormde van de discussie in januari. “Er zijn maar enkele 21 cliënten en zeven zzp’ers ondervraagd, dat kun je niet echt een significante groep noemen.” Het Vektis-onderzoek is daarom wel gebaseerd op landelijke data.
De Bruijne: “Wat de uitkomst van het hoger beroep ook wordt, we hebben eigenlijk al bereikt wat we wilden. Dat is om met elkaar in gesprek te komen om na te denken over contractering in de wijkverpleging.” Want eigenlijk willen Olivier Gerrits en Joyce de Bruijne hetzelfde en dat is zoveel mogelijk gecontracteerde wijkverpleging. Over hoe dat geregeld moet worden, daarover verschillen de meningen. Joyce de Bruijne ziet bijvoorbeeld niks in de omzeteisen om voor een contract in aanmerking te komen. Olivier Gerrits: “Maar wij willen inzetten op contracten met samenwerkingsverbanden van zzp’ers. Sterker nog, we hebben al van die contracten lopen.”