Deze nieuwe zorgstandaard is vandaag gepubliceerd op GGZ Standaarden.
Integrale crisisdienst
De crisiszorg voor jeugd is per regio anders georganiseerd, en de jeugd-ggz en jeugd- en opvoedhulp hebben vaak ieder een eigen crisisdienst. De zorgstandaard Integrale crisisjeugdzorg richt zich op organisatorische samenwerkingsafspraken en een integrale crisisdienst. De triagist is eerste aanspreekpunt; daarnaast vindt er een duale beoordeling plaats door een professional uit de jeugd-ggz en de jeugd- en opvoedhulp.
Duale beoordeling
Xarva Brandenburg, lid werkgroep en gedragswetenschapper Jeugd- en Opvoedhulp: “Integraal werken vraagt blijvende open afstemming tussen jeugdige, gezin en betrokken hulpverlening. Wij hebben er vertrouwen in dat juist met integrale en duale samenwerking de verschillende visies geïntegreerd kunnen worden. Op deze manier kan de hulpverlening beter tot een gezamenlijk gedragen verhaal met de jeugdige en diens gezin komen.”
Praktijkonderzoek
De nieuwe zorgstandaard beschrijft een werkwijze voor de triage en beoordeling van een crisissituatie bij een jeugdige en gezin. De beschreven werkwijze lijkt duidelijk, maar roept vragen op in de praktijk. Om inzicht te krijgen in de praktische toepassing van deze zorgstandaard doet Akwa GGZ een praktijkonderzoek. Op basis van de uitkomsten van het praktijkonderzoek kunnen betrokken partijen afspraken gaan maken over implementatie.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
De betrokkenheid van de gemeente is essentieel bij de implementatie van deze zorgstandaard. De VNG is vanaf de start geïnformeerd over de ontwikkelingen en voert op dit moment een uitvoeringstoets uit. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat de uitvoeringsconsequenties voor gemeenten zijn. De uitkomsten worden dit najaar verwacht. Deze uitkomsten vormen ook input voor het praktijkonderzoek van Akwa GGZ.
Werkgroep en kinder- en jeugdpsychiater
Jeroen Steenmeijer, voorzitter werkgroep en kinder- en jeugdpsychiater: “Bij het ontwikkelen van de zorgstandaard viel op dat bijna iedereen het een goed plan vindt om meer domeinoverstijgend samen te werken, maar dat het ook als uitdagend wordt ervaren. De uitvoerbaarheidstoets en het praktijkonderzoek moeten het vertrouwen geven dat we dit ook kunnen met elkaar.”
