De stijgende uitgaven aan en hoge vraagprijzen van dure medicijnen leiden tot zorgen over de beschikbaarheid van andere goede zorg. “Deze komt steeds verder onder druk te staan. Terwijl het onbekend is wat de gemaakte kosten zijn van fabrikanten”, aldus het Zorginstituut, de NZa en de ACM. Zij constateren dat de samenleving onvoldoende gezondheidswinst krijgt als er op dezelfde manier wordt doorbetaald voor nieuwe dure medicijnen.
Zes uitgangspunten
Daarom verzocht de Tweede Kamer in 2021 het Zorginstituut, de NZa en de ACM onderzoek te doen naar maatschappelijk aanvaardbare medicijnprijzen. Binnen het programma Maatschappelijk Aanvaardbare Uitgaven Geneesmiddelen (MAUG) zijn zij hiermee aan de slag gegaan. Op basis van zes uitgangspunten roepen de partijen VWS op om beleid te ontwikkelen dat leidt tot een betere maatschappelijke afweging. Daarin staat gezondheidswinst voorop. “Levert een medicijn meer gezondheid op, dan mag het ook meer kosten.”
Bij ernstige aandoeningen mag de prijs hoger zijn dan bij minder ernstige aandoeningen, stellen de MAUG-partijen. Bij onzekerheid over de effectiviteit van het geneesmiddel, kan de maatschappelijk aanvaardbare prijs lager liggen. “Hoe meer geld de samenleving in totaal aan één medicijn uitgeeft, hoe lager de maatschappelijk aanvaardbare prijs moet zijn.” Wanneer de kosten van onderzoek en ontwikkeling door de fabrikant zijn terugverdiend, daalt de maatschappelijk aanvaardbare prijs. “Bij minder vernieuwende medicijnen kan de maatschappelijk aanvaardbare prijs lager zijn.”
Concurrentie en markttoezicht
Om de minister beter te adviseren over de toelating van nieuwe medicijnen, verwerkt het Zorginstituut de zes uitgangspunten in haar beoordelingskader. Het kader is naar verwachting eind 2026 geüpdatete. De MAUG-partijen drukken de minister op het hart om de prijsadviezen die uit het bijgewerkte kader voortkomen goed na te leven bij de prijsonderhandeling met fabrikanten. “En om duidelijker uit te leggen aan de samenleving waarom de minister besluit een medicijn wel of niet te vergoeden.”
Daarnaast roept het drietal de minister op om maatregelen te nemen die concurrentie tussen medicijnfabrikanten versterken. Onder meer door op Europees niveau af te dwingen hoe fabrikanten onderzoek moeten opzetten. “Dat maakt het mogelijk om verschillende medicijnen beter met elkaar te vergelijken.” Daarnaast adviseren de partijen om vergelijkbare medicijnen op dezelfde manier te vergoeden: via het ziekenhuis óf via de openbare apotheek. “Dat voorkomt ongewenste financiële prikkels en is beter voor de onderhandelingspositie.” Ook zien zij verbetering in de organisatie van prijsonderhandelingen. “Deze worden momenteel uitgevoerd door verschillende partijen, wat onderhandelingsposities verzwakt.”
Maximumtarieven
De NZa verkent bovendien of het mogelijk is om maximumtarieven beter aan te laten sluiten bij wat maatschappelijk aanvaardbaar is. De MAUG-partijen vragen ook om meer bevoegdheden voor de ACM om structurele marktproblemen te bestrijden. Onder meer met een inroepbevoegdheid om ook kleine fusies en overnames te toetsen en met een ‘new competition tool‘ om concurrentie tussen bedrijven op gang te brengen in sectoren waar dat nu hapert.
