Een van de centrale bevindingen is dat planners in de zorg vooral bezig zijn met kortetermijnoplossingen en het blussen van brandjes. Hierdoor komt strategische capaciteitsplanning nauwelijks van de grond. Planners bevinden zich in een sleutelpositie tussen cliënt, medewerker en organisatie, maar missen vaak de tijd, positie en vaardigheden om hun operationele inzichten te vertalen naar strategisch advies.
Ontoereikend
De digitale werkplek blijkt in veel gevallen ontoereikend. Respondenten geven aan dat essentiële systemen, zoals HR-software, elektronische patiëntendossiers (EPD’s) en planningsprogramma’s, onvoldoende met elkaar geïntegreerd zijn. Daarnaast worden bestaande softwaremogelijkheden vaak niet volledig benut, mede door een gebrek aan training en begeleiding bij implementatie.
AI: veel interesse, weinig toepassing
Hoewel kunstmatige intelligentie (AI) wordt gezien als een kans om complexe planningsvraagstukken op te lossen, blijft de daadwerkelijke toepassing achter. AI zou bijvoorbeeld kunnen helpen bij cao-toetsing en route-optimalisatie in de thuiszorg, maar slechts een klein deel van de organisaties zet AI daadwerkelijk in.
Op de vraag of AI-gedreven tools worden gebruikt voor planning of roostering, antwoordt 62,33% van de respondenten dat er geen concrete plannen zijn. Slechts 12,77% meldt succesvolle implementatie, 6,76% werkt met pilots en 0,63% acht AI onmogelijk. 17,52% weet het niet.
Menselijke maat
De belangrijkste reden voor de terughoudendheid rond AI is de zorg om de menselijke maat. Planners vrezen dat rigide optimalisatie ten koste gaat van het welzijn van medewerkers en de continuïteit van zorg voor cliënten. “Plannen blijft een mensending en geen robotwerk,” stelt een ervaren planner in het rapport. Managers en bestuurders noemen daarnaast een gebrek aan interne kennis en expertise als grootste obstakel voor implementatie van AI.