De overheid heeft vaak een te rooskleurige kijk op de zelfredzaamheid van burgers op het gebied van gezondheid, persoonlijke financiën en de arbeidsmarkt. Dat constateert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport ‘Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid’.
In het rapport besteedt de WRR met name aandacht aan de kloof tussen denken en doen, die het functioneren van veel burgers kenmerkt. Naast denkvermogen is ‘doenvermogen’ minstens zo belangrijk om aan de hoge eisen van de participatiesamenleving te kunnen voldoen, zo stelt de WRR.
De overheid verwacht van burgers steeds vaker dat ze zelfredzaam zijn op het gebied van gezondheid, persoonlijke financiën en de arbeidsmarkt. Veel burgers hebben hier meer moeite mee dan de overheid denkt. De WRR wijst in dit verband op het belang van niet-cognitieve vermogens, zoals een doel stellen, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag.
Kennis en intelligentie alleen zijn niet genoeg voor redzaamheid, aldus de WRR. Ook mensen met een goede opleiding en een goed inkomen kunnen in moeilijkheden komen, omdat ze even niet opletten of zaken voor zich uitschuiven. Dat geldt zeker op momenten dat het leven tegenzit, zoals bij een echtscheiding, faillissement of ontslag. En soms is het juist de overheid die mensen minder redzaam maakt, omdat ze onvoldoende rekening houdt met verschillen in het “doenvermogen” van burgers.
Gezondheidszorg
Toegespitst op het gezondheidsdomein blijkt dat de mondigheid en besluitvaardigheid van burgers vaak onder grote druk komen te staan, wanneer ze van een gezond persoon in een patiënt veranderen. Mensen zijn in zo’n geval vaak bang, deze angst is één van de factoren die er toe leidt dat ze de helft van de informatie in de behandelkamer vergeten.
Compenseren
Met het rapport zet de WRR naar eigen zeggen een volgende stap in de toepassing van gedragswetenschappelijk kennis in beleid. Steeds meer beleidsmakers onderzoeken hoe ze keuzearchitectuur kunnen inzetten om de cognitieve beperkingen van burgers te compenseren. ‘Weten is nog geen doen’ richt zich op de niet-cognitieve vermogens. Door een slimmer en realistischer ontwerp van beleid kan de overheid de redzaamheid van burgers versterken.