Het belangrijkste is dat zorgprofessionals en patiënten de start van de palliatieve fase tijdig herkennen, open gesprekken voeren over behandelwensen en -grenzen en ‘over de muren’ heen samenwerken.
Geen optimale zorg
Tijdige palliatieve zorg kan potentieel niet-passende zorg voorkomen. Veel patiënten krijgen nog geen of niet-optimale palliatieve zorg. Dit heeft grote fysieke, psychische, spirituele en sociale gevolgen. En zorgverleners ervaren ook knelpunten. Als de wensen van patiënten en hun naasten bijvoorbeeld niet op tijd duidelijk zijn, ontstaan er onrustige zorgprocessen.
Hierdoor vinden er onnodige ziekenhuis- of IC-opnames plaats, of bezoeken aan de spoedeisende hulp. Dat zorgt voor extra druk op deze afdelingen en geeft enorme regeldruk bij huisartsen en wijkverpleging.
Realiseren in de praktijk
De afgelopen periode is intensief gewerkt aan transformatieplannen in verschillende regio’s. Sommige regio’s zijn nu gestart met de uitvoering, andere regio’s gaan binnenkort van start. Met de startbijeenkomst op 28 mei ging de transformatie een belangrijke nieuwe fase in: de regio’s gaan van ‘plannen maken’ naar ‘realiseren in de praktijk’.
De regio’s werken de komende weken de tijdens de sessie geformuleerde acties verder uit. Het programmateam IZA Transformatie palliatieve zorg en het NPPZ II blijven hen begeleiden en faciliteren.
Landelijke beweging
De Transformatie palliatieve zorg is onderdeel van een landelijke beweging, die in diverse regio’s, op maat, wordt ingezet. Vanuit het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II) worden deze regio’s ondersteund met kennis, praktische handreikingen en hands-on ondersteuning. Het NPPZ II faciliteert ook de onderlinge uitwisseling van goede voorbeelden zodat regio’s zoveel mogelijk van elkaars ervaringen kunnen leren.
De Transformatie vraagt nauwe samenwerking tussen ziekenhuizen, huisartsen, wijkverpleging, hospices, welzijnsorganisaties, zorgverzekeraars en andere partijen. Bij complexere zorgvragen worden gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen geconsulteerd.
Proactieve zorgplanning
Tijdens de bijeenkomst onderstreepte staatssecretaris Maeijer het belang van die samenwerking, zowel binnen regio’s als tussen de regio’s. “Uw commitment is groot. Daarvoor even grote dank.”
Ook is Maeijer blij met de rol van proactieve zorgplanning in de regio’s. “Er is bij palliatieve zorg geen standaard protocol beschikbaar voor de zorgverleners, niet zoals bij een gebroken been. Daar gaat het over persoonlijke behandelwensen en -grenzen. Daarom zijn de gesprekken over de palliatieve levensfase zo belangrijk. Deze moeten standaard onderdeel worden van het contact tussen zorgverleners en patiënten, ergens in de tijd na het slechtnieuwsgesprek. Het is fijn om te zien dat dit aspect – de proactieve zorgplanning – zo’n belangrijk onderdeel is van de Transformatie palliatieve zorg.”