Minister Hugo de Jonge (VWS) en de partijen in de wijkverpleging hebben woensdag het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging ondertekend. Daarmee worden de door de onderhandelaars gemaakte eerdere afspraken definitief van kracht.
Het akkoord betekent onder meer dat er van 2019 tot en met 2022 435 miljoen euro extra beschikbaar komt voor de wijkverpleging. Ook bevat het akkoord afspraken over het voorkomen van (duurdere) zorg, de zorg dichter bij mensen thuis te brengen of juist verder weg en over het vervangen van bestaande zorg door nieuwe, innovatieve vormen van zorg zoals e-health. Verder staan in het akkoord afspraken om de omvang van niet-gecontracteerde zorg te verminderen.
Eind mei had De Jonge al een onderhandelaarsakkoord bereikt over de wijkverpleging met de zorgverleners, patiëntenorganisaties, gemeenten en verzekeraars. De ondertekenaars moesten het akkoord toen nog voorleggen aan hun achterban.
Eerder deze week werd door minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport) en partijen in de medisch-specialistische zorg ook al een hoofdlijnenakkoord voor de periode 2019-2022 ondertekend. Daarin staan naast afspraken over de maximale groei van het ziekenhuisbudget, afspraken over een beweging naar zorg op de juiste plek tegen een aanvaardbare prijs, het terugdringen van regeldruk en de aanpak van uitdagingen op de arbeidsmarkt.
Integraal akkoord
In hun blog op Skipr pleitten Henk Bakker, voorzitter van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en René Héman, voorzitter van artsenfederatie KNMG, eerder deze week voor één integraal zorgakkoord voor de langere termijn in plaats van de hoofdlijnenakkoorden per sector. De uitdagingen waar de zorgsector voor staat vragen om ‘substantiële’ meerjareninvesteringen die verder gaan dan één regeerperiode, stellen ze. De heren pleiten voor een deelsectoroverstijgend zorgakkoord voor de periode tot en met 2040.