Door de bezuinigingen op de huisartsenzorg komen mensen sneller in het ziekenhuis terecht. De extra kosten die dat oplevert, zullen ervoor zorgen dat de zorgpremie van patiënten extra gaat stijgen. Dat is de boodschap van duizenden huisartsen die donderdag demonstreren in de Amsterdamse RAI. Ze zijn tegen de bezuinigingsplannen van het kabinet.
Patiënt vaker naar ziekenhuis
Minister Edith Schippers van Volksgezondheid wil 132 miljoen euro besparen. Dat betekent dat elke huisartsenpraktijk er 20.000 euro bij inschiet. Volgens de huisartsen kan er minder verpleegkundig personeel worden ingehuurd voor bijvoorbeeld de basiszorg aan chronisch patiënten. Als die patiënten weer, net als vroeger, in het ziekenhuis belanden, is de Nederlandse maatschappij veel duurder uit, aldus de LHV.
Poortwachter
De huisartsen vinden zichzelf een onmisbare schakel in de keten van gezondheidszorg. Zij immers zijn de ‘poortwachters’ die bepalen of patiënten worden doorverwezen naar andere artsen of verpleegkundigen.
Relatief goedkoop
De huisartsen kosten 4 procent van het zorgbudget, maar handelen 96 procent van alle zorgvragen af. Dat betekent dat het gros van de mensen tijdens een huisartsconsult een medicijn of advies krijgt en daarmee afdoende geholpen is. Dat is een relatief goedkope methode. In het buitenland kunnen mensen zonder verwijzing meteen terecht bij een medisch specialist, en dat is veel duurder.
De LHV claimt dat de huisarts een prima middel is om de gezondheidszorg efficiënter en goedkoper te maken. Volgens de organisatie maakt de minister dus een verkeerde keus door op de huisarts te bezuinigen. (ANP)