Na het debat over de bezuinigingen op het pgb voor mensen met een grote zorgvraag is grote verwarring ontstaan over de motie die werd aangenomen. Niet duidelijk was hoe deze motie moet worden uitgelegd. Tamara Venrooy (VVD), Sabine Uitslag (CDA) en Fleur Agema (PVV) hebben vrijdag schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris. Dit deden zij nadat zij signalen hadden ontvangen dat de motie te beperkt was uitgelegd tijdens het debat, schrijft Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget.
Onderscheid
De politici signaleren dat er verschil wordt gemaakt tussen mensen met een pgb en een verblijfsindicatie die thuis willen blijven wonen, en de mensen die kiezen voor een wooninitiatief. Zij vragen zich af op grond van welke wet- of regelgeving de staatssecretaris onderscheid denkt te kunnen maken tussen deze twee groepen.
Kern van hun motie is:
- de pgb stop op te heffen per 1 januari 2011
- de maatregel nieuw pgb-tarief voor bestaande budgethouders met een verblijfsindicatie aan te houden. Dat komt neer op het voorlopig van bezuinigingen ontzien van budgethouders met een indicatie voor verblijf.
-
bij voorjaarsnota in samenhang met de visiebrief te rapporteren over mogelijkheden en alternatieven met een adequate dekking voor deze maatregelen
Interpretatie
Venrooy, Uitslag en Agema maken zich zorgen. Zij schrijven dat “de interpretatie van het CVZ (belast met de uitvoering) veel te smal is als zij aangeven dat alleen nieuwe instromers met pgb-zzp in de eerste 6 maanden van 2011 die in een wooninitiatief gaan wonen, de budgetgarantie krijgen”.