“Psychiaters moeten hun medische verantwoordelijkheid bij separeren serieuzer nemen.” Dat zegt voorzitter Rutger-Jan van der Gaag van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) in Psy. Met de uitspraak reageert Van der Gaag op de recente ophef rond incidenten bij het separeren van ggz-patiënten. Psychiaters zijn niet alleen in dit debat, maar ook in de beroepspraktijk de grote afwezigen. Vaak zijn het de verpleegkundigen die het besluit tot separeren nemen, met goedkeuring achteraf van de psychiater. Een ongewenste situatie, vindt van der Gaag. Als een ingrijpende vorm van medisch handelen moet het besluit om te separeren altijd door de psychiater in zijn rol van medisch specialist genomen worden. “Als hij bij een acute opname niet aanwezig is, moet hij zo snel mogelijk opgeroepen worden”, aldus Van der Gaag. “Ook al moet hij daarvoor zijn bed uit. Een psychiater is niet een soort achterwacht, maar draagt de volledige verantwoordelijkheid.”
Onverantwoord
Psychiaters mogen volgens Van der Gaag niet accepteren dat er onverantwoord gesepareerd wordt, bijvoorbeeld in geval van te weinig of onvoldoende geschoold personeel. “Net zoals wij niet accepteren van een chirurg dat hij een operatie uitvoert als de OK niet steriel is, zouden psychiaters moeten weigeren patiënten die geseparareerd moeten worden op te nemen, als de omstandigheden daarvoor niet in orde zijn. De psychiater moet bij de directie aan de bel trekken, en als er niets verbetert de wantoestand melden bij de inspectie.”
Van der Gaag keert zich ook tegen de ingesleten gewoontes rond separeren in de ggz. “Er vinden onnodig veel separaties plaats door ingeslopen gewoontes waarbij patiënten, hup, in de separeercel worden gestopt en men pas daarna verder gaat kijken. Men realiseert zich veel te weinig dat deze patiënten vaak uitgeput zijn. Soms hebben ze uren in een politiecel gezeten. Ze hebben rust nodig. Met een fatsoenlijke wasbeurt, een warme maaltijd, medicatie om te slapen is de kans groot dat er een heel andere acute opname plaatsvindt.”