Cetinkaya exploiteerde het thuiszorgbedrijf uit Hengelo samen met een vriendin. Maar de twee vennoten raakten gebrouilleerd en de schulden van Longlife liepen op tot ongeveer 82.000 euro. In het kort geding eiste de vennoot het geld op dat ten onrechte van de rekening was gehaald. Cetinkaya stelde als verweer dat ze daar alle recht toe had. Het geld diende als compensatie omdat zij zicht terugtrok uit Longlife. Het zou gaan om iets meer dan 23.000 euro plus 5000 euro voor juridische bijstand. De samenwerking zou per 1 januari 2019 worden beëindigd, maar aan die afspraak is geen praktische uitvoering gegeven.
De rechtbank gaf de vennoten een week de tijd om te schikken, maar daar kwamen de voormalige vriendinnen niet uit. Daarom ligt er nu het vonnis van de voorzieningenrechter. Die stelt de eisende partij voor een groot deel in het gelijk. Cetinkaya had onvoldoende rechtsgrond om het bedrag op te nemen en moet dat dus terugbetalen. Ook moet ze de advocatenkosten zelf betalen.
Volgens dagblad Tubantia hadden de vennoten niet veel te vertellen bij Longlife. Tijdens de rechtszaak bleek dat hun echtgenoten alle beslissingen namen en dat een zwager als directeur de dagelijkse gang van zaken regelde. Die zwager is ook voorzitter van Stichting Gewoon Doen in Enschede. Die stichting heeft het grootste deel van de cliënten van Longlife overgenomen.