Het stelsel van risicoverevening tussen zorgverzekeraars staat doelmatige zorginkoop in de weg. Verzekeraars moeten daarom snel volle verantwoordelijkheid gaan dragen voor de kosten van de zorg. Dat stellen economen Paul Besseling, Rudy Douven en Casper van Ewijk van het Centraal Planbureau (CPB).
Regierol
In het nieuwe zorgstelsel is een centrale rol toegedacht aan de zorgverzekeraars. Zij moeten artsen, ziekenhuizen en andere zorgaanbieders aanzetten tot doelmatige en betaalbare zorg. Die regierol van de verzekeraars komt nog maar matig uit de verf, constateren de drie CPB-economen in Me Judice. Dit komt ondermeer vanwege de verplichte jaarlijkse onderlinge compensatierondes.
Opportunistisch
Deze ex post compensaties maken dat zorgverzekeraars een groot deel van hun kosten verhalen op het zorgverzekeringsfonds. Dit mechanisme voedt “opportunistisch gedrag, in dit geval het gevaar dat verzekeraars zich minder in zullen spannen om de regierol op zich te nemen en de kosten te beheersen”. Bovendien is het vereveningsstelsel niet meer van deze tijd. Door hun schaalgrootte kunnen de meeste zorgverzekeraars deze risico’s goeddeels zelf opvangen.
Preferentiebeleid
Dat een actieve rol van zorgverzekeraars succes kan hebben bewijst volgens de CPB-economen het medicijnendossier. Het feit dat verzekeraars hier van meet af risico liepen gaf aanleiding tot het preferentiebeleid. Hierdoor zijn de prijzen voor generieke geneesmiddelen in 2008 met soms wel 80 procent gedaald.
Hogere solvabiliteitseisen
Een duidelijker risicoprofiel stelt volgens de CPB-economen hogere solvabiliteitseisen. Dit kan gevolgen hebben voor de verzekerde. Een verhoging van de solvabiliteit met 1 procent bij gemiddelde zorgkosten van 2500 euro per polis per jaar, impliceert een verhoging van het risicodragend kapitaal met 25 euro per polis. Verzekeraars kunnen dit terughalen bij de verzekerden, maar er zijn volgens de CPB-economen ook andere mogelijkheden, zoals het uitgeven van aandelen of een achtergestelde leningen.