Beeld: flashmovie/Stock.adobe.com
De zorg neemt maar liefst 7 procent van de nationale CO2-uitstoot, 13 procent van het grondstoffengebruik en 4 procent van het afval voor rekening. “Onvoorstelbare hoeveelheden, waar ook een prijskaartje aan hangt”, aldus VWS-staatssecretaris Vincent Karremans in een brief aan de Tweede Kamer. Inmiddels werken ruim vijfhonderd partijen mee aan de derde Green Deal Duurzame Zorg. Uit de tussenbalans van de Green Deal blijkt dat duurzaamheid hoog op de agenda staat. “Er is een niet te stoppen verduurzamingsbeweging op gang gekomen”, aldus Karremans. Tegelijkertijd zijn er grote stappen nodig voor de sector om de klimaatdoelen te behalen.
Nauwkeuriger
Inzicht in hotspots, het prioriteren van verduurzamingsmaatregelen en monitoring van de voortgang kunnen daarbij helpen. “Deze berekeningen versterken de communicatie over de urgentie van verduurzaming en ondersteunen bestaande duurzaamheidsinitiatieven”, aldus het RIVM. In 2022 onderzocht het instituut daarom de gehele voetprint van de zorg. “De oude methode gaf nuttige inzichten, maar te weinig details per sector in de zorg en per productgroep.” Ook kon de methode de stand van zaken niet periodiek herberekenen.
Daarom heeft het RIVM in opdracht van VWS de methodiek vernieuwd. Hierbij kijkt het RIVM niet alleen naar het klimaateffect van de zorg, maar ook naar andere milieueffecten, zoals het gebruik van water, grondstoffen en land. De nieuwe aanpak bestaat uit twee modellen: een basismodel dat direct inzicht biedt in de milieubelasting per zorgsector en een gespecificeerd model dat meer gedetailleerde analyses mogelijk maakt per productgroep en dienst, zoals energie, mobiliteit en inkoop van geneesmiddelen.
Uniform vastleggen
Betrouwbaarheid en een gedetailleerdere milieudata zijn volgens het RIVM cruciaal voor verdere verduurzaming. “Er is een groeiende behoefte aan milieugegevens, mede door nieuwe wet- en regelgeving en de toenemende betrokkenheid van zorgaanbieders bij verduurzaming.” De gewenste data zijn echter over meerdere instellingen versnipperd en worden op uiteenlopende manieren geregistreerd. “Het is daarom belangrijk dat zorginstellingen gaan samenwerken om de gewenste details te krijgen en centraal te verzamelen.”
Naast samenwerking pleit het RIVM voor standaardisatie, zodat de data beter met elkaar kunnen worden vergeleken. Het RIVM gaat hierover in gesprek met zorgaanbieders en inkooporganisaties. In het eerste kwartaal van 2025 is een verkenning onder branche- en overheidsorganisaties gestart. In het derde kwartaal volgt een testfase waarin wordt onderzocht hoe data efficiënt kan worden verzameld, geharmoniseerd en teruggekoppeld aan de zorginstellingen. Door milieudata structureel beschikbaar en bruikbaar te maken, hoopt het RIVM samen met het veld een belangrijke stap te zetten richting duurzame zorg. Internationaal is er ook belangstelling voor de Nederlandse aanpak, onder meer vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De eerste pilotresultaten worden in 2026 verwacht. In 2026 meet het RIVM opnieuw de milieuvoetprint van de Nederlandse zorgsector, in navolging van de nulmeting in 2022.