De SGP wil twintig miljoen euro investeren in patiëntenorganisaties. Dit geld is ook beschikbaar voro nieuwe en kleine initiatieven, zo liet Elbert Dijkgraaf dinsdag 1 juni tijdens het Nationaal Zorgverkiezingsdebat: Zeker over Zorg van de CG-Raad, NPCF en ZN weten. Hij stelt dat meer marktwerking in de zorg leidt tot een betere kwaliteit, mits de derdepartij rol van de patiëntenorganisaties wordt versterkt.
Verkiezingsdebat
Tijdens het verkiezingsdebat gingen Esmé Wiegman (ChristenUnie), Halbe Zijlstra (VVD), Eelke van der Veen (PvdA), Pia Dijkstra (D66), Margreet Smilde (CDA), Elbert Dijkgraaf (SGP), Renske Leijten (SP) en Jolande Sap (GroenLinks) de strijd met elkaar aan. Van der Veen is weliswaar voor het machtig maken van patiëntenorganisaties, maar vindt het een rare gedachte om te zeggen dat dat moet van de markt, zoals de VVD volgens hem suggereert.
Pas op de plaats
De PvdA, de SP en GroenLinks vinden dat marktwerking niet per definitie leidt tot een betere zorg. Eelke van der Veen pleit ervoor, evenals Jolande Sap, een pas op de plaats te maken met marktwerking en weet hier ook Wiegman van te overtuigen die in eerste instantie geen standpunt innam, omdat ze zich afvroeg wat marktwerking nou eigenlijk betekent.
Volgens Van der Veen leidt de marktwerking in de huidige vorm tot een stijging van de bureaucratie, een hoop gedoe en zijn de effecten op de kwaliteit betrekkelijk. Volgens hem is het doel van marktwerking niet duidelijk. “Met de discussie over kapitaallasten krijg je spijt dat je voor de politiek hebt gekozen. […] We zouden overigens het enige land in de wereld zijn waar marktwerking tot een kostendaling leidt. Daarom heb ik moeite met het dogmatische geloof van Zijlstra en minister Klink in marktwerking.” Zijlstra signaleert juist positieve effecten, zoals kortere wachtlijsten. Het is wat hem betreft wel tijd voor een keuze: of teruggaan naar het budgetsysteem of doorgaan met de marktwerking. Hij haalt het, wat hem betreft, ultieme voorbeeld van het succes van marktwerking aan: “Orbis heeft het verknoeid en moet de rekening betalen. Niet de belastingbetaler.”
Kwaliteit van zorg
D66 wil het huidige systeem van marktwerking doorzetten en wil hierbij de patiënten betrekken. Evenals D66 vindt het CDA dat marktwerking tot een betere kwaliteit leidt. Leijten gaat fel in tegen deze veronderstelling in: “marktwerking is een systeem gestuurd op geld en maakt van mensen pakketten en van de zorgverleners robots”. Van der Veen steunt haar door te stellen dat de kwaliteit van zorg in de afgelopen tien jaar niet beter is geworden, maar dat het beter meetbaar is. Uiteindelijk gaat het volgens hem om de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en de zorgverlener. “Het is een illusie om te denken dat je met marktwerking en indicatoren die vertrouwensrelatie kunt wegorganiseren”, aldus Van der Veen. Sap wil daarom de zorg om de kwaliteit weghalen bij de patiënt en overal goede basiszorg aanbieden. Zo kan de patiënt bijvoorbeeld die vertrouwensrelatie laten meespelen in zijn keuze voor een zorgverlener.
Zorgplan
Pieter Hasekamp, directeur van ZN, stelt dat de kwaliteitsverbetering door marktwerking niet te ontkennen is. Hij roept de politici op consistent te zijn in hun beleid en dit ook vast te houden. Hij vraagt hen het zorgveld het vertrouwen en de ruimte te geven om de kwaliteit te verbeteren. Martin Vermeer, directeur van de NPCF, en Ad Poppelaars, directeur van de CG-Raad, nemen het heft direct in eigen handen, omdat zij vinden dat de politiek geen consequenties trekt uit het idee patiënten- en gehandicaptenorganisaties in de lead te zetten. Vermeer heeft de indruk dat politici niet goed weten waar patiënten- en gehandicaptenorganisaties mee bezig zijn en dat zij over ‘een vracht va informatie’ beschikken. De NPCF wordt onderschat, stelt hij. De NPCF en de CG-Raad komen daarom met een alternatief zorgplan dat zij na de verkiezingen zullen aanbieden aan de informateur.