In het Amsterdamse verpleeghuis Jan Bonga zijn in de periode 2007 tot 2008 geen patiënten overleden doordat ze geen goede zorg kregen. Wel was de zorg er onder de maat. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek.
Ontslag om slechte zorg
Zorgaanbieder Amsta stelde het onderzoek in nadat drie artsen hadden gezegd dat de zorg in Jan Bonga slecht was en er daardoor mensen waren overleden. Zo zouden er te weinig verzorgers in het tehuis werken. Degenen die er wel werkten, zouden te laag geschoold zijn om lichamelijke problemen op tijd te kunnen herkennen. De artsen hadden daarom ontslag genomen.
Ondermaatse zorg
Emeritus hoogleraar verpleeghuisgeneeskunde Paul Froeling heeft de studie uitgevoerd. Hij onderzocht twaalf dossiers van mensen die waren overleden. Froeling: “Het is niet aannemelijk dat onvoldoende zorg heeft geleid tot ongewenst voortijdig overlijden van patiënten. De uitspraak dat dit mogelijk wel het geval zou kunnen zijn, is gebaseerd op vage suggesties.” Het klopt volgens hem wel dat de zorg onder de maat was. Zo was er een gebrek aan teamgeest en zaten sommige patiënten op verkeerde afdelingen. Verder was de communicatie tussen verschillende afdelingen slecht en was de wisseling van artsen te groot.
Maatregelen
Amsta-bestuursvoorzitter Joep Aarts: “De suggestie dat er mensen voortijdig zouden kunnen zijn overleden, is nu van tafel. Ik ben blij dat daardoor een einde komt aan de onzekerheid bij nabestaanden. Dat de kwaliteit van de zorg in die periode niet goed was, was bij ons bekend. Sinds de zomer van 2008 zijn we bezig daaraan te werken en dat begint vruchten af te werpen. Dit onderzoek helpt ons daarbij.” Volgens Aarts had Amsta al maatregelen genomen om de zorg in Jan Bonga te verbeteren. Zo zijn er administratieve krachten bijgekomen, zodat verzorgers meer tijd hebben voor de patiënten. Ook zijn er wisselingen in het management geweest. In het verpleeghuis wonen vooral dementerenden. (ANP)