Nog niet de helft van de jeugd (46 procent) beweegt voldoende. Dat concludeert onderzoeksinstituut TNO in een jaarlijkse meting, die woensdag werd gepubliceerd. Volgens TNO zitten jongeren te veel en is een “relatief grote groep”’ geen enkele dag ten minste een uur bezig met sport of een andere vorm van bewegen.
Monitor Bewegen en Gezondheid
Met de zogenoemde Monitor Bewegen en Gezondheid meet TNO sinds 2000 hoeveel Nederlanders voldoen aan normen voor voldoende bewegen. Voor de jeugd geldt onder meer dat per dag minstens één uur wordt bewogen, waarvan minimaal twee keer per week intensief, bijvoorbeeld door te sporten.
Volledig inactief
Volgens TNO is er in de metingen over 2008-2009 onder 4 tot 17-jarigen nauwelijks iets veranderd vergeleken bij de vorige meting over 2006-2007. Behalve dat nog niet de helft aan de normen voldoet, blijkt dat een op de tien “volledig inactief” is. Het instituut noemt het wel “gunstig” dat ruim drie kwart van de jongeren sport beoefent. Maar dat voorkomt volgens het instituut niet dat bijna de helft van de kinderen tussen 4 en 11 jaar te veel zit.
Volwassenen bewegen meer
Bij de volwassenen ziet het er gunstiger uit. Volgens TNO voldeed vorig jaar 68 procent van de volwassenen aan de normen die voor hen gelden: vijf tot zeven dagen dertig minuten matig intensief bewegen en/of ten minste drie dagen twintig minuten intensief bewegen. In 2000 was dat met 52 procent net iets meer dan de helft.
Streven overheid
De overheid streeft ernaar dat eind volgend jaar de helft van de jeugd aan de normen voldoet en 70 procent van de volwassenen. Het TNO komt elke twee jaar met cijfers over bewegen en gezondheid. (ANP)