Allochtone patiënten vallen twee keer zo vaak uit tijdens de revalidatiebehandeling in vergelijking met autochtone patiënten. Dit blijkt uit promotieonderzoek van ergotherapeut en onderzoeker Maurits Sloots aan het VUmc.
Oorzaak
Het uitvalpercentage van patiënten met een niet-Nederlandse achtergrond is 28,1 procent, ten opzichte van 13,7 procent bij autochtonen. De belangrijkste reden voor beëindiging van de behandeling is dat allochtone patiënten andere verwachtingen hebben over de inhoud van de revalidatiebehandeling dan de hulpverleners. Bovendien komt er vaak geen goede vertrouwensrelatie tot stand en worden communicatieproblemen onvoldoende opgelost wat het behandelproces verstoort. Andere oorzaken voor uitval zijn gebrek aan erkenning van de pijnklachten en tegengestelde visies van artsen uit het land van herkomst van de patiënt over de oorzaak en de behandeling van chronische pijn.
Focus
Sloots onderzocht barrières in het revalidatieproces voor allochtone patiënten en mogelijke oplossingen daarvoor. De focus lag op patiënten met chronische aspecifieke lage rugpijn. Afgelopen maand promoveerde Sloots met haar onderzoek aan het VUmc.