Dit is één van de vijf maatregelen die minister Van Ark van Medische Zorg heeft getroffen om de acute en kritieke planbare zorg zoveel mogelijk beschikbaar te houden.
Vooraf bepalen
In de nieuwe opzet gaat het LCPS steeds een week vooruit bepalen welke capaciteit moet worden vrijgehouden voor de COVID-19-zorg. Hierop kunnen ziekenhuizen zich dan tijdig voorbereiden. “We zien dat ziekenhuizen het moeilijk vinden om in te schatten hoeveel COVID-19-patiënten zij de komende week kunnen verwachten en welke reguliere zorg ze daarnaast dan kunnen blijven bieden”, schrijft Van Ark in een toelichting. Omdat het verplaatsen van patiënten de afgelopen dagen moeizaam bleek te verlopen, kan het LCPS ziekenhuizen voortaan verplichten patiënten op te nemen.
Uitval
Voorzitter Ad Melkert van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) laat weten de spreiding van patiënten en de rol van het LCPS daarin te steunen. Wel waarschuwt hij voor een verdere afkalving van de ziekenhuiscapaciteit. “Zorgelijk is dat ziekenhuizen ook geraakt worden door uitval van zorgprofessionals als gevolg van ziekte, coronabesmetting of quarantaine. Het gevolg daarvan is dat de capaciteit er op papier is maar de dat dit in praktijk vaak anders uitpakt.”
De Federatie Medisch Specialisten (FMS) gaat daarnaast “hulpmiddelen ontwikkelen waarmee artsen, ziekenhuizen en andere zorgaanbieders in de regio de juiste keuzes kunnen maken over de organisatie van de zorg”.
Zorgaanbieders en verzekeraars gaan bovendien regionaal meer samenwerken, ook ten aanzien van de reguliere zorg. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) brengt in beeld welke zorg nog waar beschikbaar is, zodat de verschillende partijen hierover verantwoorde keuzes kunnen maken. De zorgverzekeraars helpen met financiële arrangementen waar dat nodig is.