Staatssecretaris Martin van Rijn ziet geen reden om de op stapel staande veranderingen in de langdurige zorg voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken uit te stellen. “Uitstel maakt het probleem niet anders. Ik zou niet weten waarom we nu nog moeten uitstellen”, zo reageerde Van Rijn woensdag op het verzoek van CDA, GroenLinks en 50PLUS om de operatie niet al volgend jaar, maar pas in januari 2016 te laten ingaan.
“Ik merk dat gemeenten zeggen: zorg nou dat er duidelijkheid is over de wet. Dan zijn we het niet overal over eens, maar we kunnen aan de slag”, aldus Van Rijn. Volgens hem worden “grote inspanningen verricht om de invoering per 2015 te doen slagen” en zorgt uitstel “tot extra ongewenste onzekerheid”.
Overheveling
Het kabinet wil dat gemeenten vanaf volgend jaar verantwoordelijk worden voor dagbesteding en begeleiding van bijvoorbeeld kwetsbare ouderen. De overheveling van taken gaat gepaard met bezuinigingen, onder meer op de huishoudelijke hulp. CDA, GroenLinks, SP en 50PLUS gaat het te snel. Zij willen dat gemeenten meer tijd krijgen om zich voor te bereiden op de nieuwe taken.
In het debat met de Tweede Kamer zei Van Rijn woensdag dat hij begrijpt dat alle veranderingen voor onzekerheid zorgen. De langdurige zorg is volgens hem nu prima geregeld, maar aanpassingen zijn nodig om dat in de toekomst zo te houden. In 2017 gaat er nog steeds evenveel geld naar de langdurige zorg als nu, benadrukte hij. Alleen de groei van de uitgaven wordt afgeremd.
Hervorming
Het kabinet hervormt de langdurige zorg om een einde te maken aan de stijgende kosten en om ouderen en gehandicapten die dat willen langer thuis te kunnen laten wonen. Afgelopen week verzekerde het kabinet zich van de steun van de bevriende oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP door de eerder aangekondigde bezuinigingen van ruim 3 miljard euro op de langdurige zorg wat te verzachten. In 2015 is er voor de gemeenten daardoor 360 miljoen euro meer beschikbaar dan eerder. Donderdag stemt de Tweede Kamer over de voorstellen, die voor de zomer ook nog in de Eerste Kamer moeten worden behandeld. (ANP)