Zorgtarieven voor diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s) moeten sneller worden vastgesteld en bepaald. Het huidige vergoedingenstelsel in de zorg is een sta-in-de-weg voor innovaties in de medische technologie. Dit stelt Roelf van Run, manager zorg bij Wissenraet Van Spaendonck, dienstverlener op het gebied van belangenbehartiging. Hij pleit daarom voor een innovatiefonds waaruit een voorlopige vergoeding wordt betaald in aanloop naar de definitieve goedkeuring.
Tngewikkeld toelatingsproces
De toelating van nieuwe, medische producten tot de basisverzekering loopt volgens Van Run sterk vertraging op door de grote hoeveelheid aan betrokken partijen in het toelatingsproces. Het proces is te ingewikkeld en traag, zegt Van Run. “Nieuwe producten worden pas na twee jaar opgenomen in de diagnose behandelcombinaties (DBC’s), omdat het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en DBC-Onderhoud nieuwe producten eerst goed moeten keuren. Pas daarna komen nieuwe technologieën tot de beschikking van zorginstellingen. Verbeterde, medische producten zijn al beschikbaar op het moment dat zij worden opgenomen in een DBC.
Vertraging
Het duurt volgens Van Run te lang voordat medische innovaties bij zorginstellingen terechtkomen. “Gebrekkig overzicht van de 30.000 DBC’s brengt extra vertraging met zich mee. Het is de vraag of het DOT-proces (DBC’s op weg naar transparantie) daar verbetering in brengt met de teruggang naar 3000 zorgproducten. Het proces blijft onveranderd en medische innovaties moeten nog steeds worden gekeurd door CVZ, de NZa en DBC-Onderhoud.”
Voorlopige vergoeding via innovatiefonds
Tegen de tijd dat een product is goedgekeurd, liggen er al weer verbeterde versies op de plank, aldus Van Run. “Innovatieve producten betekenen een verruiming van het aanbod naar patiënten, minder ligdagen, lagere zorgkosten en snellere terugkeer naar de arbeidsmarkt van de patiënt. Wil een zorgverzekeraar daadwerkelijk optreden als belangenbehartiger van de patiënt, dan moeten innovaties sneller worden geadapteerd.” Van Run pleit daarom voor een innovatiefonds waaruit een voorlopige vergoeding wordt betaald in aanloop naar de definitieve goedkeuring.
