Een kankerpatiënt is in het ene ziekenhuis beter af dan in het andere ziekenhuis. Voor diverse tumorsoorten bestaan nog steeds ongewenste verschillen in diagnostiek en behandeling tussen ziekenhuizen en regio’s. Dat stellen KWF Kankerbestrijding en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) dinsdag in twee rapporten over de kankerzorg in Nederland.
De grootste verschillen komen voor in de behandeling van relatief weinig voorkomende tumorsoorten of tumorsoorten waarvan de behandeling nog weinig geconcentreerd is. Bijvoorbeeld bij maag-, zaadbal-, galweg-, galblaas- en nierkanker en neuro-endocriene tumoren. Met name voor hoog-risico prostaatkanker wordt in sterke mate afgeweken van de geldende behandelrichtlijnen, blijkt uit het KWF-signaleringsrapport. En bij wekedelensarcomen is sprake van aanzienlijke variatie in de kwaliteit van de diagnostiek.
Concentratie
KWF Kankerbestrijding en het IKNL concluderen dat, hoewel het goed gaat met de kankerzorg, het nog een stuk beter kan. De behandeling van minder voorkomende tumorsoorten zou meer geconcentreerd moeten gebeuren door het op minder plekken te doen. Daar moet de behandeling kwalitatief beter van worden. Dat gebeurt al bij de behandeling van bijvoorbeeld eierstokkanker, maar nog niet voor bijvoorbeeld zaadbalkanker, terwijl de verwachting is dat de zorg daardoor verbetert.
Kwaliteitsnormen
Daarnaast moeten er meer uitgebreide kwaliteitsnormen komen voor de behandeling van kanker. Die normen moeten gaan over de behandeling zelf, maar ook bijvoorbeeld over de diagnostiek.
Registratie
Ook moet de registratie van behandelingen beter, zodat er meer duidelijkheid komt over de verschillen in behandelingen in verschillende ziekenhuizen. Door resultaten inzichtelijk te maken, kunnen behandelaren van elkaar leren, is het idee. (ANP / Skipr)