De NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft gemengde gevoelens over het kabinetsbesluit van 15 januari om de prestatiebekostiging in de zorg uit te breiden. Als het kabinet verzuimt adequate randvoorwaarden te scheppen, dreigt volgens de NVZ ‘een onoverzienbare situatie’ te ontstaan.
Nadelig effect
De NVZ betreurt het dat minister Klink het huidige vrije segment op aanraden van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onder een overgangsmodel met daarin een budgetplafond plaatst. Dit heeft volgens de NZa een nadelig effect op concurrentiepositie van ziekenhuizen ten opzichte van zelfstandige behandelcentra (ZBC’s). De mogelijkheid om ziekenhuizen achteraf te korten als hun productie te hard groeit, wijst de NVZ af.
Impasse
Daarnaast heeft Klink volgens de NVZ onvoldoende oog voor de rol van de verzekeraars. Het onderlinge vereveningsysteem zorgt ervoor dat zij risicoarm kunnen blijven inkopen, terwijl de ziekenhuizen juist grotere risico’s gaan lopen. Kritisch is de NVZ over het feit dat het kabinet nog altijd geen uitsluitsel geeft over een overgangsregeling voor de kapitaallasten. De al vijf jaar durende impasse heeft volgens de NVZ inmiddels geleid tot een bouwstilstand.
Positief
De NVZ is wel tevreden over het feit minister Klink vasthoudt aan de uitbreiding van de vrije prijzen van 34 naar 50 procent. De NVZ is ook positief over de tempering van de plannen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor een nieuwe, tijdelijke budgettering. Hetzelfde geldt voor de aanpassing van het model voor groei- en bouwontwikkelingen.
Onzekerheid
Het kabinet neemt uiterlijk 1 oktober 2010 een definitief besluit over de voorgenomen uitbreiding van de prestatiebekostiging. Daarmee houdt de NVZ twijfel over een goede afloop. De NVZ wil niettemin onderstrepen dat de ziekenhuizen gemotiveerd blijven om de overgang naar prestatiebekostiging te realiseren, inclusief de invoering van DBC’s op weg naar Transparantie (DOT).