© PAOLO / stock.adobe.com
Doel is dat nieuwe, effectieve medicijnen zo snel mogelijk beschikbaar komen voor patiënten, tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs. Het nieuwe systeem moet op 1 januari 2027 ingaan.
De essentie van het toekomstbestendig stelsel geneesmiddelen (TSG) is dat het Zorginstituut met zorgpartijen gaat samenwerken om vroegtijdig inzichtelijk te maken hoe een nieuw geneesmiddel op een beheerste manier kan instromen in het basispakket. Het Zorginstituut neemt de regierol voor die samenwerking, brengt risico’s in kaart en adviseert.
TSG
In het TSG moet de risicobeoordeling van nieuwe geneesmiddelen veel eerder starten. Nu zijn alleen financiële risico’s reden om vroegtijdig te kijken naar de pakketcriteria, terwijl er ook risico’s kunnen zijn op het gebied van effectiviteit en gepaste inzet. Er komt een eenduidig proces voor alle nieuwe geneesmiddelen. Voor het afspreken van beheersmaatregelen wordt een triagetafel met zorgpartijen ingericht.
Het Zorginstituut zal de huidige processen stroomlijnen om het proces van pakkettoelating te versnellen. Dit betekent in de praktijk dat nieuwe geneesmiddelen met weinig risico’s snel kunnen instromen en nieuwe geneesmiddelen met hoge risico’s eerst uitgebreid worden beoordeeld en gewogen. Het Zorginstituut stemt de uitvoering van de opdracht af met zorgpartijen en de farmaceutische industrie.
Wetgeving aanpassen
De overheid wil over meer intramurale geneesmiddelen zeggenschap hebben dan nu juridisch mogelijk is. Op dit moment geldt het proces tot pakkettoelating voor geneesmiddelen die thuis worden gebruikt (extramuraal) en voor de hele dure ziekenhuisgeneesmiddelen (intramurale sluisgeneesmiddelen). Het nieuwe TSG wil geneesmiddelen met gelijke risico’s op consistente wijze kunnen beoordelen en onder dezelfde voorwaarden opnemen in het basispakket. Daarvoor is aanpassing van wetgeving nodig.
De minister wil daartoe het Besluit Zorgverzekering laten aanpassen en laten ingaan per 1 januari 2027.
Gepast gebruik
Om over- en onderbehandeling te voorkomen, zijn vastgelegde afspraken over gepast gebruik nodig in zorginkoopcontracten en in richtlijnen van de beroepsgroep. Deze afspraken komen echter niet goed van de grond en het is onvoldoende duidelijk waarom. De minister onderzoekt dit nog.
Geneesmiddelencommissies
Geneesmiddelencommissies, waarin medisch specialisten per wetenschappelijke vereniging zijn vertegenwoordigd, vervullen een belangrijke rol bij de beoordeling van nieuwe geneesmiddelen. Deze input ondersteunt het Zorginstituut en zorgverzekeraars bij hun beoordelingsprocessen. De huidige subsidie van de geneesmiddelencommissies loopt tot eind 2025. Vanaf 2026 heeft VWS structurele financiering beschikbaar gesteld aan de Federatie Medisch Specialisten.
Kwaliteitsregistraties
Risicobeheersing betekent ook dat informatie over het gebruik van geneesmiddelen in de praktijk wordt verzameld en vastgelegd in registraties. In de huidige kwaliteitsregistraties staan nog geen data over geneesmiddelen. Om dit te regelen zijn mogelijk aanpassingen nodig in het systeem van de kwaliteitsregistraties, zoals in rollen en verantwoordelijkheden en financiering.
Doorlopend inzicht in kosten
De Nederlandse Zorgautoriteit maakt ieder jaar de uitgaven inzichtelijk aan intramurale en extramurale geneesmiddelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen geneesmiddelen waar geen concurrentie voor is (monopoliegeneesmiddelen) en geneesmiddelen waar dat wel het geval is. In de rapportage van dit jaar is te zien dat het aandeel dat wordt uitgegeven aan dure geneesmiddelen ten opzichte van het totale ziekenhuisbudget over de afgelopen jaren niet stijgt. Er blijkt ook uit dat de uitgaven aan monopoliegeneesmiddelen zijn gestegen in de periode tussen 2019 en 2023.
Evergreening
De Tweede Kamer heeft de minister van VWS verzocht om “alles in het werk te stellen om evergreening tegen te gaan”. Bij ‘evergreening’ verlengen fabrikanten via wijzigingen aan bestaande geneesmiddelen, bijvoorbeeld de manier van toedienen, het patent van hun geneesmiddel. Het komt voor dat zo’n nieuwe variant geen of beperkte meerwaarde heeft maar wel leidt tot hogere prijzen. Dit zijn toegestane juridische en commerciële strategieën, maar volgens de Tweede Kamer zeer onwenselijk. De minister verwacht begin 2026 nader in te kunnen gaan op de aangenomen motie.

