Het verkrijgen van status speelt een te grote rol in de gezondheidszorg. Dit leidt tot geldverspilling. Bestuurders ontlenen status aan titels, geld en mooie gebouwen. Dat stelt Henk Schraa, voormalig hoofd P&O in de zorgsector, in een opiniestuk in Trouw.
Salarisstijging
Eind jaren negentig werden directeuren voortaan bestuurders genoemd en werd het oude bestuur volgens Schraa ‘gedegradeerd tot een vrijwel invloedloze raad van toezicht’. Met deze ontwikkeling constateert hij een forse stijging van het salaris van de bestuurders. Vaak verdienen zij boven de Balkenende-norm. Een logisch vervolg van het zelf mogen bepalen van het salaris, meent Schraa.
Fusie- en bouwdrift
Volgens het voormalig hoofd P&O is de functie-inhoud van de bestuurders hetzelfde en gaat het enkel om een aanpassing van naam en honorering. Status dus. Een andere manier van status verkrijgen is door fusie- en bouwdrift, schrijft Schraa in Trouw. “De ziekenhuizen moeten representatief zijn, een mooi atrium is een must. Door deze tendens is de aandacht voor het reilen en zeilen van een ziekenhuis anders komen te liggen. Status heeft zijn intrede gedaan.”
Herpakken
Schraa roept het nieuwe kabinet op goed te kijken naar de bestemming van geld voor de gezondheidszorg. Geld gaat voor een groot deel naar salarisstijgingen, fusiekosten en (ver-)bouw(ingen) en niet naar meer handen aan het bed. Schraa: “De zorgsector moet zich herpakken, niet graaien doch gewoon doen waar ze voor zijn en goed in zijn.”
<>
Volg Skipr ook op Twitter.
En meld u aan voor de groep Skipr op LinkedIn.