De acht academische ziekenhuizen hebben het druk met de zogeheten NIP-test die zwangere vrouwen sinds begin april daar mogen laten uitvoeren. In totaal werden er tot nu toe 5766 van deze bloedtesten uitgevoerd, meldde een woordvoerder van het VU medisch centrum (VUMC) in Amsterdam op 26 april.
De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) kan afwijkingen aantonen aan het ongeboren kind, zoals het syndroom van Down. Sinds deze maand mogen deze ziekenhuizen de bloedtest verrichten bij alle zwangeren die dat willen. Voorheen mocht dat alleen bij een verhoogde kans op een baby met Down of andere afwijkingen. De zwangeren betalen daarvoor een eigen bijdrage van 175 euro.
Van een stormloop op de test zoals die vooraf werd voorspeld, wil de woordvoerder niet spreken. Wel is het druk, beaamde hij. Zo heeft het VUMC zelf in deze periode tot en met dinsdag 1966 NIP-testen verricht. Over landelijke aanloopproblemen, zoals de betrouwbaarheid en de lange wachttijden, kon de woordvoerder niets zeggen. Bij het VUMC waren er volgens hem geen klachten.
Subsidie
Op woensdag 26 april bepaalde de rechter dat de Staat subsidie mag blijven geven voor de NIPT. Door de subsidie van jaarlijks 26 miljoen euro hoeven de vrouwen maar 175 euro te betalen. Het Belgische bedrijf Gendia, die al langer NIP-testen uitvoert in Nederland, had in kort geding geëist dat de subsidie werd gestaakt vanwege ongeoorloofde staatssteun. Daarvoor moest meer dan 500 euro worden afgerekend. Maar de rechter wees de eis af. Gendia vindt dat er sprake is van valse concurrentie en discriminatie en beraadt zich op hoger beroep.
Toelaatbaar
Volgens de rechter is staatssteun toelaatbaar, omdat er sprake is van een dienst van algemeen economisch belang. Dat belang is volgens de Staat dat zwangere vrouwen gelijke toegang moeten hebben tot prenataal onderzoek en dat er gelijke keuzevrijheid moet zijn tussen de twee testen hiervoor: de combinatietest en de NIPT. De rechter gaat daar in mee. (ANP)