Ziekenhuizen zijn de afgelopen decennia efficiënter gaan werken. Het aantal bedden en verpleegdagen is sinds 1972 drastisch geslonken. Het aantal opnamen is juist gestegen, terwijl de kosten voor personeel relatief zijn gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).Tussen 1972 en 2006 nam het aantal opnamen in ziekenhuizen met 143 procent toe. Tegelijkertijd daalde het aantal bedden met 30 procent. Ook nam het aantal verpleegdagen met 41 procent af. Dit betekent dat een patiënt in 2006 aanzienlijk korter in het ziekenhuis verbleef na een opname dan in 1972. De gemiddelde verpleegduur daalde van 17 naar 7 dagen. Patiënten worden steeds vaker in dagbehandeling behandeld, dus zonder overnachting in het ziekenhuis. In 1990 bestond 21 procent van alle opnamen uit dagbehandelingen, in 2006 was dit 46 procent.
Patiëntgebonden functies
In 2006 is er veel meer personeel in patiëntgebonden functies werkzaam in de ziekenhuizen dan in 1973. Het gaat dan bijvoorbeeld om verpleegkundigen, maar ook om medisch specialisten in loondienst, laboranten en leerlingen. Het personeel, uitgedrukt in fte’s, st eeg met 60 procent. Samen met de afname van het aantal verpleegdagen komt dit neer op bijna een verdrievoudiging van het aantal behandelaars en verplegers per verpleegdag. Dit betekent dat vergeleken met vroeger de patiënten niet alleen korter opgenomen worden, maar ook intensievere zorg krijgen.
Personeelskosten
Naast het patiëntgebonden personeel nam ook het niet-patiëntgebonden personeel toe. Toch is het aandeel van de personeelskosten in de totale bedrijfslasten gedaald, van ruim 70 procent in 1972 tot ruim 60 procent in 2006. Dit komt vooral doordat andere kostenposten groter zijn geworden. Zo zijn de kosten van onderzoek, medicijnen en instrumentarium vanaf 1998 verdubbeld.
In academische ziekenhuizen ligt het aandeel personeelskosten hoger dan in algemene ziekenhuizen. Deels komt dit doordat academische ziekenhuizen vanwege hun opleidingsfunctie meer personeel in opleiding hebben.