Een korte en krachtige behandeling werkt even goed als de gangbare behandeling bij mensen met milde tot matige depressie of angststoornissen. Dat blijkt uit onderzoek van Denise Meuldijk, die op 23 juni promoveerde aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
De verkorte behandeling werkte niet alleen minstens even goed; patiënten waren gemiddeld meer tevreden dan bij de gangbare behandeling.
Vanwege hoge kosten en wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) groeit de behoefte aan efficiënte, kortere behandelingen. LUMC en GGZ Rivierduinen ontwikkelden met het oog hierop de ‘Kort en krachtig’-behandeling, bestaand uit verschillende therapievormen, zoals cognitieve gedragstherapie en medicijnen. De ingrediënten zijn hetzelfde als bij de gangbare behandeling, alleen gaat het om minder sessies; zeven, in plaats van bijvoorbeeld twaalf.
“De behandeling is heel strak georganiseerd”, legt psycholoog Meuldijk uit. “Patiënten stellen samen met de therapeut doelen vast en hebben wekelijks contact. Ze krijgen ook huiswerkopdrachten mee en dragen zelf een grote verantwoordelijkheid.”
Meuldijk ontdekte dat de verkorte behandeling goed werkte. “De psychische klachten verminderden en de kwaliteit van leven en de algemene gezondheidstoestand van de patiënten ging vooruit, minstens even goed als bij de gangbare therapie. De verkorte behandeling leidde bovendien sneller tot verbetering.”
Over het algemeen waren patiënten ook tevredener. Volgens Meuldijk is de ‘Kort en krachtig’-behandeling dan ook een goed middel tegen wachtlijsten in de generalistische basis-GGZ. “Daarbij gaat het om psychische problemen die te ernstig zijn voor de huisarts of praktijkondersteuner, maar niet ernstig genoeg voor de gespecialiseerde ggz”, aldus Meuldijk.
Kosten
Meuldijk heeft niet weten aan te tonen dat de ‘Kort en krachtig’-behandeling goedkoper is dan de gangbare behandeling. Meuldijk vermoedt dat administratieve onvolkomenheden hier een rol spelen. “Waarschijnlijk speelt het mee dat dat de gangbare behandeling minder strak is georganiseerd en er daarom pas later gestart wordt”, denkt Meuldijk. “Dan zijn er minder kosten gemaakt op het moment waarop we de behandelingen vergeleken.”