Een solidariteitsfonds, vergelijkbaar met het fonds voor illegalen, moet voorkomen dat verwarde personen om financiële reden van zorg verstoken blijven. Dat is één van de maatregelen die het speciale Aanjaagteam Verwarde personen voorstelt in een tussentijdse rapportage, die op 19 februari aan minister Schippers is aangeboden.
In de tussenrapportage ‘Samen doorpakken – Op weg naar een meer persoonsgerichte aanpak voor en met mensen met verward gedrag’ inventariseert het aanjaagteam onder leiding van burgemeester Liesbeth Spies van Alphen aan den Rijn de belangrijkste knelpunten. Zo bestaan er nog te hoge bureaucratische of financiële drempels tot zorgvoorzieningen. Een deel van de groep personen met verward gedrag heeft geen vaste woon- of verblijfplaats en om deze reden niet altijd een zorgverzekering. Als ultimum rememdium bepleit het anajaagteam een solidariteitsfonds voor onverzekerde, verwarde personen.
Geen integraliteit
Het aanjaagteam heeft op zorginhoudelijke kritiek. Volgens het aanjaagteam worden signalen van mensen met verward gedrag en directe omgeving zoals familie, nog onvoldoende gehoord. Ook is hun inbreng in de persoonlijke aanpak niet altijd structureel geborgd. In die aanpak ontbreekt het bovendien aan integraliteit, individueel maatwerk en continuïteit. Professionals benaderen de problematiek vanuit een eenzijdige invalshoek. Een te scherpe afbakening van de problemen past vaak niet bij de mensen met verward gedrag. Verder voelen mensen met verward gedrag zich gestigmatiseerd.
Onvoldoende deskundig
Ook is er onvoldoende alertheid. Zorgwekkende signalen worden niet of niet tijdig opgemerkt en herkend. Professionals komen te weinig aan de voorkant. De aanpak lijkt eerder gericht op het handelen in crisissituaties, dan op het voorkomen er van. Daarbij komen veel acute meldingen komen binnen bij de meldkamer. Hier is onvoldoende deskundigheid aanwezig. Daardoor komt het te vaak voor dat de politie op een melding afgaat, terwijl er geen sprake is van strafbare feiten en het juist van belang is dat een zorgprofessional op de melding afgaat.
Wat het aanjaagteam is betere hulp aan verwarde personen een kwestie van “aansluiten bij de persoonlijke situatie, de omgeving en eigen kracht, samen proberen tot oplossingen te komen, gebruikmaken van ieders talenten en vloeiende verbindingen leggen”. Het aanjaagteam constateert in dit verband dat gemeenten hun regierol nog onvoldoende waarmaken.
Preventie
Het aanjaagteam vindt daarnaast dat de aandacht moet verschuiven van crisissituaties naar preventie en vroegtijdige signalering. Andere maatregelen die het aanjaagteam bepleit zijn laagdrempelige time-out voorzieningen, het beschikbaar stellen van 24-uurs acute zorg en een landelijke implementatie van crisiskaart. Ondanks de kritiek zeggen Spies c.s. onder de indruk te zijn van de bevlogenheid, motivatie en de vele initiatieven. Ook ervaart het aanjaagteam een groot gevoel van urgentie.
In een reactie schaart het Landelijk Platform GGz zich achter de bevindingen van het aanjaagteam. De belangengroep voegt daar aan toe dat de rol van de zorgverzekeraars in de tussenrapportage onderbelicht blijft, terwijl zij juist verantwoordelijk voor de inkoop van de zorg en de ambulante zorg aan huis. Wat het platform betreft moeten gemeenten en zorgverzekeraars op regionaal niveau prestatieafspraken maken over de benodigde omvang van zorg aan huis in de gemeente en in de regio.
Het platform is blij met de aandacht van het aanjaagteam besteedt aan betere toegang tot zorg voor onverzekerden. Het idee om een solidariteitsfonds in te stellen als sluitstuk van beleid om zorg toegankelijk te maken is positief. Nog beter is het om onverzekerdheid zo snel mogelijk op te heffen. Cruciaal daarbij is dat gemeenten alle mogelijkheden gebruiken om mensen een briefadres te geven, zodat ze daadwerkelijk een zorgverzekering kunnen afsluiten. Het platfrom wil ook dat het eigen risico voor bemoeizorg wordt afgeschaft.
Reactie
Met de presentatie van de tussenrapportage rondt het aanjaagteam de oriënterende fase af. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de ministeries van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport komen in maart met een reactie. Het is nu aan gemeenten om de inzichten en aanbevelingen van het Aanjaagteam te vertalen naar lokale en regionale plannen van aanpak. Deze moeten in de zomer van 2016 klaar zijn. Het Landelijk Platform GGz vindt het zorgwekkend dat in veel gemeenten cliënten- en familieorganisaties nog niet aan tafel zitten.