AppleMark
De financiering van innovatie in de eerste lijn stokt. Volgens de eerstelijns aanbieders is het vrijwel onmogelijk om onder de nieuwe financieringssystematiek voor de eerste lijn betaald te krijgen voor innovatie. Zorgverzekeraars hanteren onnodige bureaucratische procedures, leggen de financiële risico’s bij de aanbieders en houden de hand de facto stijf op de knip.
“De financiering van innovatie uit S3 is een absolute ramp”, zegt de net afgezwaaide bestuurder Bert Groot Roessink van Zorggroep Almere in het zomernummer van Skipr-magazine. “De zorgverzekeraars ontwikkelen allerlei ingewikkelde formuleringen, waardoor er eigenlijk niks van de grond kan komen.”
De financiering van de huisartsenzorg is sinds begin dit jaar opgesplitst in drie segmenten. S1 en S2 hebben betrekking op respectievelijk basiszorg en multidisciplinaire, programmatische zorg. S3 is bedoeld voor vernieuwing en het bevorderen van gezondheidsuitkomsten. Dit segment is nadrukkelijk in het leven geroepen om innovatie te stimuleren. Volgens Groot Roessink komt hier echter niets van terecht door de opstelling van de zorgverzekeraars.
Onaantrekkelijk
Niet alleen is het formele beroep op S3 volgens Groot Roessink onnodig ingewikkeld, ook leggen zorgverzekeraars zijns inziens het financiële risico eenzijdig bij de aanbieders. “Als je een beroep doet op S3, ben je veroordeeld tot 75 procent kostenbesparing”, aldus Groot Roessink. “Bovendien krijg je na vijf jaar uitbetaald. Geen zakelijk ondernemer zou in zo’n arrangement stappen. Het is gewoon onaantrekkelijk om iets in de innovatieve sfeer te ontwikkelen. Revenuen komen niet naar je toe, dus waarom zou je het doen?”
“Innovatie vergt moed”, vindt Groot Roessink. “Als je innovatie pas betaalt als die bewezen is, komt vernieuwing nooit van de grond. Uiteindelijk moet de argumentatie altijd maatschappelijke zijn en niet alleen financieel.”
Branchevereniging voor de eerste lijn InEen laat bij monde van woordvoerster Lisa Tiggelaar weten vergelijkbare kritiek op te vangen binnen de eigen achterban. “Er is bij de zorgverzekeraars weinig begrip dat de kost voor de baat uitgaat”, aldus Tiggelaar.
Te dun
Woordvoerster Maike Krommendijk van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) legt de bal terug bij de eerstelijns aanbieders. “In het algemeen zijn er veel goede ideeën, maar het gaat mis bij de onderbouwing. Zorgverzekeraars willen weten waar het tot efficiencywinst en kostenbesparing leidt. Vaak ontbreekt de business-case of is de business-case is te dun. Aanbieders in de eerste lijn vergeten ook vaak om de tweede lijn bij hun plannen te betrekken, terwijl hun plannen wel grote gevolgen hebben voor de tweede lijn.”
Onder de titel ‘Substitutie: resultaat of surrogaat?’ is in het zomernummer van Skipr-magazine een groot achtergrondverhaal over de overhevling van zorg van de tweede naar eerste lijn verschenen