De toegankelijkheid van professionele kraamzorg voor moeders van niet-westerse afkomst moet beter. Deze moeders maken minder gebruik van professionele kraamzorg dan autochtone moeders, terwijl kraamzorg juist bij allochtone moeders leidt tot minder risicovol gedrag. Dat schrijven onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum en GGD Amsterdam in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
95 procent van de Nederlandse moeders maakt gebruik van professionele kraamzorg, terwijl dit voor 85 procent van Antilliaanse, 81 procent van de Surinaamse, 79 procent van de Marokkaanse, 75 procent van de Turkse en 70 procent van de Ghanese moeders geldt.
Verklaring
Een hogere opleiding, een betere beheersing van het Nederlands, het hebben van betaald werk en een thuisbevalling hingen samen met het vaker inschakelen van professionele kraamzorg. Deze factoren verklaarden de etnische verschillen voor een deel, maar niet helemaal.
Borstvoeding
Uit het artikel van de onderzoekers blijkt dat professionele kraamzorg een positief effect heeft op de zorg voor zuigelingen. Moeders die kraamzorg gebruikten, gaven vaker borstvoeding, vaker vitamine K en er werd minder vaak gerookt in huis. Het beschermende effect van kraamzorg was bij niet-westerse groepen sterker dan bij autochtone moeders. De wetenschappers deden het onderzoek op basis van vragenlijstgegevens.