Tussen 2006 en 2009 had Nederland te maken met de grootste Q-koortsuitbraak ooit. Vooral geiten op boerderijen in Noord-Brabant en Limburg werden ziek. Daarna raakten tienduizenden mensen besmet en stierven meer dan honderd patiënten. Ongeveer vijftienhonderd mensen kampen nog steeds met klachten als ernstige vermoeidheid en uitputting.
Drie onderzoeksrapporten
De ombudsman stelde eerder in drie onderzoeksrapporten vast dat instanties als gemeenten, UWV en het ministerie te weinig over Q-koorts weten en dat patiënten zich ongehoord en ongezien voelen. Door excuses te maken, zou de overheid een begin maken met het erkennen van de dagelijkse problemen waarmee de patiënten te maken hebben, stelt Van Zutphen.
“Sorry zeggen is ook erkennen dat mensen dit is overkomen en dat er nu een verantwoordelijkheid bij de overheid ligt om ervoor te zorgen dat er iets gedaan wordt aan het leed dat mensen nu nog ervaren”, zegt de ombudsman. “‘Mijn excuses dat de overheid er niet in slaagt om op dit moment voor je te zorgen’, daar begint het mee. Als je geen sorry zegt, dan mankeert er iets aan die grote hersteloperatie.”
Q-uestion
De provincie herhaalde op het symposium haar streven om een expertisecentrum voor Q-koorts naar Brabant te halen. “We weten al heel lang hoe groot de impact van Q-koorts is, toch komen we maar langzaam vooruit”, zei commissaris van de Koning Ina Adema. Tijdens het symposium droeg een actrice ervaringen van patiënten voor en werd een handreiking aan gemeenten gepresenteerd door Q-uestion. Volgens die organisatie zijn er vaak nog grote verschillen tussen gemeenten in de ondersteuning van Q-koortspatiënten.
Frank Kooiman, directeur Infectieziektebeleid bij het ministerie van VWS, erkende dat het te lang heeft geduurd om alle partijen ‘in gang’ te krijgen. Hij sprak als doel uit dat alle patiënten in hun buurt de zorg krijgen waar ze recht op hebben. “Daar zijn we nog niet. Het is treurig dat er nog aparte organisaties nodig zijn om deze groep mensen te helpen”, aldus Kooiman. Hij zegt ook te willen optrekken met andere zorgpartijen om de situatie te verbeteren. (ANP)