Huybregts deed tien jaar onderzoek naar densfracturen. Een densfractuur is de meest voorkomende nekbreuk bij ouderen. De dens is een botstructuur die vanuit de tweede nekwervel omhoogsteekt. Het uitsteeksel past in de ring van de eerste nekwervel, waardoor het hoofd kan draaien. Bij een densbreuk breekt dit uitsteeksel, de dens, af. Bij ouderen kan dit al gebeuren als zij struikelen en met het hoofd tegen een muur vallen bijvoorbeeld.
Lang werd aangenomen dat een densfractuur die niet goed vastgroeide, problemen zou opleveren. Het was daarom gebruikelijk om deze patiënten te opereren. De gedachte was dat vastzetten van de bovenste twee halswervels tot betere genezing zou leiden. Dit was alleen nooit goed onderzocht.
Hetzelfde gold voor de optie zonder operatie: meestal de halskraag (er wordt ook weleens een zogenoemd halo-vest gebruikt). Dit van hard kunststof gemaakte hulpmiddel stabiliseert de nekwervels, waardoor de breuk aan elkaar vast kan groeien. Daarmee heeft de kraag dezelfde functie als gips bij een polsbreuk.
Huybregts deed tien jaar lang onderzoek naar de twee behandelopties. Hij kwam tot de conclusie dat beide methoden tot vergelijkbare resultaten leiden. In dat geval heeft de minder ingrijpende behandeling, dus zonder operatie, de voorkeur. Op basis van zijn bevindingen verkiest het LUMC nu in principe de halskraag bij deze doelgroep boven een chirurgische ingreep.
In sommige gevallen zal een operatie nog steeds onontkoombaar zijn, als de breuk heel complex is bijvoorbeeld, of als een patiënt ondanks de behandeling met een halskraag veel nekpijn blijft houden, aldus het LUMC.