Het ziekteverzuim van werknemers in Nederland is vorig jaar gedaald tot 3,9 procent. Dat betekent dat per 1000 werknemers er 39 ziek zijn. Dit is het laagste verzuimpercentage sinds 1996, toen het Centraal Bureau voor de Statistiek startte met de huidige methode om het ziekteverzuim in kaart te brengen. In de sector zorg en welzijn zakt het ziekteverzuim voor het eerst in jaren tot onder de 5 procent. Dat meldde het CBS maandag.
Het ziekteverzuimpercentage in de zorg kwam in 2013 uit op 4,8 procent. Dat is een daling van 0,2 procent in vergelijking met het jaar ervoor. In 1999 kende het verzuimpercentage in de zorg een piek. Per 100 mensen zaten er 78 ziek thuis. In de jaren daarna daalde het cijfer telkens licht.
Horeca
In 2013 was het ziekteverzuim bij de horeca met 2,2 procent het laagst. Dit heeft er onder meer mee te maken dat de horeca veel kleine bedrijven kent en gemiddeld de jongste werknemers heeft. Ook in de landbouw en de financiële dienstverlening zijn veel kleine bedrijven actief en was het ziekteverzuimpercentage relatief laag. Bedrijfstakken als het onderwijs, openbaar bestuur en water- en afvalbedrijven hadden een relatief hoog verzuim. Zij kenmerken zich door veel grote instellingen.
Het lage ziekteverzuim kan verband houden met de ongunstige economische situatie. Mensen zouden zich minder snel ziek melden uit angst hun baan te verliezen.
Poortwachter
Vanaf 2002 daalde het ziekteverzuim na de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter. Door deze wet werden werkgevers volledig verantwoordelijk voor de ziekteverzuimbegeleiding en re-integratie van zieke werknemers.
Naarmate bedrijven meer werknemers hebben, is het ziekteverzuim hoger. Bij bedrijven met minder dan tien werknemers bedroeg het verzuim 1,6 procent in 2013. Bij bedrijven met tussen de tien en honderd werknemers was het verzuim met 3,4 procent meer dan twee maal zo hoog. Bij de grote bedrijven was het met 4,7 procent zelfs drie keer zo hoog. (ANP)