Minister Klink van Volksgezondheid is binnen het kabinet kampioen declareren. De afgelopen tweeënhalf jaar declareerde Klink ruim 25 duizend euro voor ondermeer etentjes en reis- en verblijfkosten. Minister Hirsch Ballin (Justitie) en minister Bos (Financiën) volgen Klink met respectievelijk 22.500 en ruim 20.800 euro aan declaraties.
Openbaarheid van bestuur
Een en ander blijkt uit informatie die de verschillende ministeries maandag beschikbaar hebben gesteld. Enkele media hadden met een beroep op Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) inzage gevraagd in de gedeclareerde uitgaven van bewindslieden en topambtenaren sinds het aantreden van dit kabinet in 2007, nadat in juni De Telegraaf een beperkt deel van de declaraties had gekregen.
‘Engelse toestanden’
Aanleiding voor het beroep op de WOB was het excessieve declaratiegedrag van Engelse politici. Ettelijke van hen declareerden voor grote bedragen aan persoonlijke onkosten als tweede huizen en liefhebberijen van hun partners. Op basis van het overzicht past de conclusie dat dergelijke “Engelse toestanden” in Nederland niet voorkomen.
Grote verschillen
Het overzicht maakt wel duidelijk dat de interpretatie van de declaratieregels per ministerie en bewindspersoon sterk verschilt. Dit komt scherp tot uitdrukking in de hoogte van de gedeclareerde bedragen. Daar waar minister Bos en zijn ambtelijke top de afgelopen twee jaar bijna 90 duizend euro hebben gedeclareerd, komt het ministerie van Algemene Zaken tot 10 duizend euro. Tweede in de declaratieranglijst na het ministerie van Economische Zaken is het ministerie van Justitie met bijna 76 duizend euro, gevolgd door het ministerie van Volksgezondheid met ruim 67 duizend euro.
RIVM
Opvallend zijn de declaraties van directeur-generaal Marc Sprenger van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. In totaal declareerde Sprenger de afgelopen tweeënhalf jaar 20.600 euro aan reis- en verblijfskosten in binnen- en buitenland.
Staatssecretaris Jet Bussemaker declareerde in dezelfde periode 4600 euro, minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin declareerde zo’n 3100 euro.