De Tweede Kamer wil dat het kabinet gaat kijken wat het nog meer kan doen voor vrijwilligers die naar West-Afrika willen gaan om te helpen bij de bestrijding van ebola. Een meerderheid van de Kamer steunt een motie hiertoe van D66.
In de zwaarst getroffen landen Sierra Leone, Liberia en Guinee bestaat een grote behoefte aan artsen, verpleegkundigen, technici en logistiek experts, stelt Sjoerd Sjoerdsma (D66) woensdag. Maar het “het aantal Nederlandse vrijwilligers is tot dusver zeer beperkt.” De PvdA, SP en CDA hebben zijn motie medeondertekend.
De vier partijen willen ook dat het kabinet het voortouw neemt binnen de Europese Unie bij het opzetten van een medisch flitsteam. Dat moet in een vroegtijdig stadium dit soort epidemieën gaan bestrijden. De EU heeft de ernst van de crisis pas in een laat stadium onderkend. Die aanpak moet in de toekomst beter, aldus D66.
De ebola-epidemie heeft al bijna 5000 levens geëist. Het Nederlandse kabinet heeft 35 miljoen euro voor de bestrijding beschikbaar gesteld. Het marineschip Karel Doorman vertrekt donderdag met ruim honderd voertuigen waaronder ambulances en 70 containers met onder meer mobiele ziekenhuizen naar West-Afrika.
Trainingscentrum
Artsen zonder Grenzen is woensdag in een nagebouwd veldhospitaal in Amsterdam begonnen met het opleiden van de eerste twintig artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers die binnenkort in West-Afrika de ebola-epidemie gaan bestrijden. In het speciale opleidingscentrum zijn de werkomstandigheden in de zwaar getroffen landen Liberia, Guinee en Sierra Leone zo natuurgetrouw mogelijk nagebootst. Het trainingshospitaal blijft mogelijk zes maanden staan. (ANP)