De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) stapt voor de tweede keer naar de rechter om de contractvereiste geschrapt te krijgen uit de onlangs vernieuwde beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De zaak wordt nogmaals aanhangig gemaakt bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), zo meldt nieuwssite Medisch Contact.
Door de contractvereiste kunnen huisartsen geen zorg declareren waarvoor zij geen contract hebben afgesloten met een zorgverzekeraar. In december oordeelde het CBb dat dit in strijd is met de Zorgverzekeringswet (Zvw), omdat het de vrije huisartsenkeuze belemmert.
De beleidsregel is in maart aangepast, zodat huisartsen vanaf 1 april een dertigtal verrichtingen kunnen declareren waar voorheen de contractvereiste gold. Desondanks is de onderhandelingspositie van de huisartsen verslechterd, stelt de VPH. Nog lang niet alle handelingen kunnen worden gedeclareerd en waar wel gedeclareerd kan worden is het vergoedingstarief gemaximeerd.
Huisartsenpost
De huisartsen zijn ook boos over de bepaling dat inschrijftarieven voor dagzorg alleen gedeclareerd kunnen worden als de zorg ook ’s avonds, ’s nachts en in het weekend beschikbaar is. Zo wordt de individuele huisarts gedwongen om zich aan te sluiten bij een huisartsendienst of –post, aldus de VPH.
Een NZa was nog niet op de hoogte van de nieuw aangespannen zaak en kon nog niet reageren, aldus Medisch Contact.