Value based healthcare (VBHC) is erg gericht op de Amerikaanse context, dus niet een op een toe te passen in Nederland, en dreigt bovendien een inhoudsloos begrip te worden. Nederland moet dan ook niet inzetten op VBHC, maar op verantwoorde zorg. Dit zei bestuursvoorzitter Jan Harm Zwaveling van Máxima Medisch Centrum, bij aanvang van het recente prehabilitatie-congres, georganiseerd door het MMC en Fit4surgery.
Zwaveling ziet de waarde van VBHC heus wel in. Zijn ziekenhuis heeft het begrip zelfs opgenomen als leidraad voor het eigen handelen. MMC-onderdeel het Maxima Oncologisch Centrum heeft er zelfs een een prijs aan te danken: tijdens de uitreiking van de Value-Based Health Care Prize 2018 in april sleepte het centrum de Cost-effectiveness Award in de wacht.
En, zegt Zwaveling: “De essentie van VBHC is bereikt in de studie van promovendus Stefan van Rooijen”. Zijn onderzoek naar hoe de zorg voor mensen met darmkanker kan worden geoptimaliseerd, heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de uitkomsten voor darmkankerchirurgie binnen het ziekenhuis. In het behandeltraject zijn diverse innovaties doorgevoerd die hebben geleid tot een vermindering van naadlekkages, ligdagen en zorgkosten. Ook na de opname kunnen veel kosten bespaard worden, bijvoorbeeld omdat patiënten eerder maatschappelijk actief zijn en eerder weer aan het werk kunnen gaan.
Kritische noten
Desalniettemin kraakt Zwaveling kritische noten over VBHC: “Value based healthcare is een Rorschach-test: iedereen ziet er wat anders in”. Volgens hem dreigt het begrip een ‘jeukwoord’ te worden. Het VBHC-begrip ’time-driven activity based costing’ noemt hij ‘nogal bewerkelijk’. Het houdt volgens hem weinig rekening met vaste kosten zoals 24/7 beschikbaarheid.
De ziekenhuisbestuurder werpt de vraag op of VBHC niet oude wijn in nieuwe zakken is. Patiëntgerichte zorg is immers niet nieuw: Zwaveling wijst op de eed van Hippocrates – waar wordt gerept van handelen in het belang van patiënten – en op de moderne artseneed opgesteld door de KNMG – waarin de arts belooft het belang van de patiënt voorop te stellen en zijn opvattingen te eerbiedigen.
Keiharde marktwerking
Last but not least: “U moet niet vergeten dat VBHC onderdeel is van een economisch model voor keiharde marktwerking.” Zwaveling wijst erop dat Porter niet uit de zorg komt, maar professor aan de Harvard Business School is. “Het doel dat hij voor ogen heeft is dat een ziekenhuis door VBHC te gebruiken in de zorgverlening, zo aantrekkelijk wordt dat patiënten weglopen bij de concurrent.”
Hij denkt dat de zorg in Nederland veel meer baat zal hebben bij verbetering van de kwaliteit in de hele sector, in plaats van dat ziekenhuizen met elkaar gaan concurreren. Zwaveling pleit daarom voor invoering van een model voor verantwoorde zorg, dat hij beter vindt bekken dan VBHC. Met verantwoorde zorg doelt de bestuurder op een werkwijze die gestoeld is op meetbaar goede kwaliteit in uitkomsten en maatschappelijk verantwoord is. Met dit laatste draait het om wat de patiënt wil en om zorg die redelijk van prijs is.
Zorgverzekeraars
Zwaveling stelt voor om de beroepsgroepen meetbare en reële uitkomsten te laten opstellen die minimaal gehaald moeten worden om het predikaat verantwoorde zorg te mogen voeren. Verder vindt hij dat zorgverzekeraars geen zorg moeten inkopen bij ziekenhuizen die de standaard niet halen. Organisaties die wel aan de standaarden voor verantwoorde zorg voldoen, krijgen wat hem betreft ‘een redelijke standaardprijs’, gebaseerd op kosten die gemaakt worden om deze zorg te leveren én een standaardmarge.
De reële kosten worden in Zwavelings model periodiek opnieuw landelijk vastgesteld, op basis van ‘mogelijke wijziging van inzichten’. Hij stelt voor om de normkosten en vergoedingen openbaar te maken en om hele behandelingen te vergoeden, in plaats van ingrepen.
Hij verwacht meerdere positieve effecten van verantwoorde zorg. Te denken valt aan ‘gegarandeerde kwaliteit met patiënt- en maatschappelijke betrokkenheid’ en geen onnodige concentratie van zorg waar de kwaliteit goed is. Als klap op de vuurpijl voorspelt Zwaveling dat er geen ‘race to the bottom’ zal zijn, maar dat verantwoorde zorg een stimulans zal zijn om goede zorg ‘nog efficiënter uit te voeren dan de buren en daarmee duurzaam geld te sparen voor innovaties’.