Afgelopen maandag hebben NVZ, NFU, VWS, ZKN en ZN hun hoofdlijnenakkoord 2012-2015 ondertekend. De betrokken partijen zetten zich in, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, om de zorg de komende jaren betaalbaar te houden. Een mooi resultaat, maar het echte werk gaat nu pas beginnen.
Zorgaanbieders aan de bak
Want alle betrokken partijen zien voor 2012 nogal wat op zich afkomen door het akkoord. Laat ik beginnen bij de zorgaanbieders: (academische) ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra. Die zullen straks moeten werken met een geheel nieuwe declaratiesysteem (DOT), zonder budget en met grotendeels vrije prijzen. De eerste doorrekeningen laten zien dat dit gepaard kan gaan met aanzienlijke verschuivingen in omzet tussen ziekenhuizen. Die worden de eerste twee jaar nog wel grotendeels gecorrigeerd aan de hand van de oude budgetsystematiek, maar zullen uiteindelijk toch kunnen leiden tot aanzienlijke financiële effecten. Zeker omdat ook het beloningsmodel voor medisch specialisten ingrijpend wijzigt, met een omzetplafond per ziekenhuis dat vastgesteld en verdeeld moet worden. En dan zijn er nog de beleidsvoornemens uit het hoofdlijnenakkoord: meer selectieve inkoop, concentratie en spreiding van zorg uit oogpunt van kwaliteit en doelmatigheid, gepast gebruik van zorg, terugdringen van praktijkvariatie. Kortom, zorgaanbieders moeten aan de bak.
Zorgverzekeraars in onzekere tijden
Maar zorgverzekeraars ook. Zij zullen de gewenste herinrichting van het zorglandschap moeten afdwingen via hun contracteerbeleid. Met daarbij de inzet om een trendbreuk te realiseren in de uitgavengroei voor de ziekenhuiszorg. En tegelijkertijd de verplichting om te blijven voldoen aan de zorgplicht voor hun verzekerden. En dat alles op basis van nieuwe producten, met nieuwe prijzen en zonder vergelijkingsmateriaal uit het verleden. Dat wordt dus sturen op de achteruitkijkspiegel, terwijl er voor de bocht nog even flink gas wordt gegeven. Anders dan voor de ziekenhuizen is nog steeds onduidelijk hoe de systeemeffecten voor zorgverzekeraars straks worden gecompenseerd. Het enige wat duidelijk is, is dat de onzekerheden flink zullen toenemen. Aan de uitgavenkant gaat het behalve de ziekenhuiszorg ook om de farmacie en de mondzorg, waar bestaande prijsplafonds per 2012 worden losgelaten – met alle risico’s van dien. En tegelijk worden aan de inkomstenkant de macronacalculatie afgeschaft en de ex post compensatie verder afgebouwd. De Nederlandsche Bank heeft inmiddels al aangekondigd dat dit zal leiden tot een stijging van de solvabiliteitseis voor de zorgverzekeraars.
Uitwerking
Een klaagzang? Nee, maar wel een signaal. Vooral naar die andere partij in het hoofdlijnenakkoord, de overheid. De indruk bestaat misschien dat de minister nu even klaar is en met een gerust gevoel op vakantie kan gaan. Immers, de beleidsbrieven zijn geschreven, de regelgeving ligt bij het parlement en het akkoord is getekend. Maar ook hier geldt dat er nog heel veel werk te doen is. In de uitwerking: van de beleidsregels van de NZa voor transitiemodel en bekostiging medisch specialisten: van normen voor kwaliteit en bereikbaarheid, bijvoorbeeld van acute zorg; van een adequate compensatie van zorgverzekeraars voor de genoemde systeemonzekerheden.
Uitleggen
Maar vooral ook in het uitleggen aan de burger. Er gaan immers echt dingen veranderen. Als ziekenhuizen zich gaan specialiseren, als zorgverzekeraars echt selectief gaan inkopen, als kwaliteitsverschillen zichtbaar worden, dan zal de Nederlander niet meer overal voor elke vorm van ziekenhuiszorg terecht kunnen. Voor sommige zaken zal hij misschien zelfs helemaal niet meer bij het ziekenhuis moeten zijn, maar bijvoorbeeld bij de huisarts. Er zullen misschien ziekenhuizen in financiële problemen komen en gedwongen zijn te fuseren. Voor zorgverzekeraars zal wellicht hetzelfde gelden. En intussen zullen de zorgpremies gewoon blijven stijgen, want zelfs al lukt het om een trendbreuk te realiseren, de zorguitgaven stijgen dan nog altijd met meer dan vijf procent per jaar. En 2012 wordt een extra moeilijk jaar: door de cumulatie van onzekerheden, door hogere solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars, door overschrijdingen uit het verleden die nog gecompenseerd moeten worden.
Zuinig op het zorgstelsel
Als het straks moeilijk wordt, zullen er vragen worden gesteld. Over marktwerking en het ondernemerschap bij ziekenhuizen en klinieken, over de rol van zorgverzekeraars. En over het zorgstelsel zelf. Maar laat het helder zijn; er is geen alternatief. De overheid heeft een bijzondere verantwoordelijkheid om die boodschap uit te dragen, ook als het tegenzit: als er toch overschrijdingen optreden, als de premies sneller stijgen dan verwacht, als ergens de verloskundige zorg of de spoedeisende hulp moet verdwijnen. Dit hoofdlijnenakkoord helpt daarbij: het laat zien dat alle partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid willen nemen voor betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de medisch-specialistische zorg. Nederland heeft, ook in internationaal opzicht, op al deze punten een uitstekend zorgstelsel. Laten we daar zuinig op zijn.